Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Titel
Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Jaar
1965

Pagina's
136



Waarom ze juist naar Ripon waren gekomen wisten ze hoegenaamd niet. Ze waren in een trein gestapt en daarna weer in een andere.

‘We zeeje tegen mekaar, enne nou-gane-me rije totdat we erges komme waar ze nog nooit van derlui leven een zeeman gezien hebben, vat je, en daar zoekeme een kuise etui op en dan ganeme maffe allebei de kerstdagen op onze nekharen leunen, lekker rustig.’

Maar in geen herberg was plaats voor hen. Ze zwierven door het dorp, hier dronken ze wat, daar aten ze een kleinigheid, maar een slaapplaats ? Ho maar! Ze hadden zwaar de schurft in, wat zouden ze doen, naar het station teruggaan, in een boerenstal slapen of de politie lastig vallen... toen kwam ik binnen, laattiefainzain.

Stel je voor, dat ik met de kerstdagen twee landgenoten in de kou zou laten, twee zeelieden nog wel. Kom maar mee jongens, bij moeder thuis zal nog wel een bordje soep zijn en een hap voer, en een zachte plank om te pitten vinden we ook nog wel.

Het werd een zeer gezellige kerstavond. Eerst zat de ene een beetje mijn dochtertje te knuffelen, potverdikke meneer, wil je geloven, dat ik thuis een meisje van die leeftijd heb, pikzwart en die van u is blond, en ze heeft ook andere ogen, maar verder vind ik ze sprekend op elkaar lijken. En de andere zat mijn zoontje omstandig uit te leggen hoe een elektrische trein werkt: je schroeft de rails op een plank, en de stroom sluit je aan op het stopcontact en dan karren maar.

Toen de kinderen naar bed waren, hebben de grote mensen een beetje met elkander heimwee zitten hebben naar het vaderland in de verte. Zij zaten te grijnzen en te griepen over het oude Rotjeknor, waar je bij Pschorr zó’n lel bier krijgt voor een wind en drie knikkers, verexcuseer me, dat ik het zo uitdruk mevrouw, maar wij zeelui zijn nu eenmaal een beetje mondjegauw. En ik zwijmelde helemaal weg in herinneringen aan Amsterdam, óók een mooie stad, als je begrijpt wat ik bedoel.

Tegen elf uur kwam buurman Harry Ewer even aanwippen, hij had het grootste deel van de kerstviering en een stevige lading whisky al achter de rug, say boys, blij jullie te zien, zo dus jullie slapen hier, nou gelukkig maar, want het is barbaars koud buiten. Harry moest er nog uit, die nacht. Hij was iets heel hoogs op het vliegveld, en over een paar uur... enfin, ‘top secret’, zei hij met een openhartig gezicht, maar als ik jullie een tip mag geven, kom tegen twaalven maar naar de poort en zeg tegen de wacht dat jullie een boodschap voor me hebt... de rest zie je dan zelf wel.

‘Hoe vinden we dat vliegveld in het hardstikke donker, Harry?’

Hij keek geheimzinnig op zijn horloge.

‘Let me see, het is nou elf uur... als je tegen half twaalf in oostelijke rich

124

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.