gifkikker Max Aitken, die de Engelsen kennen als Lord Beaverbrook, verordineerde, dat hij met de korstjes aan het brood niet tevreden kon zijn. Don’t you know there is a war on? De huisvrouwen leverden hun aluminium pannetjes en potjes in, daar liet Maxie Spitfires van maken. De Lon-denaren besloten principieel te vergoren, ze wasten zich nauwelijks en ze schoren zich niet meer, hun kleren zaten onder stof en drek, de huizen waren alleen nog maar gaten in een ziek gebit, en ’s nachts sliepen de mensen met honderden bij elkaar in vochtige, tochtige schuilkelders, waar ze met rheuma en volharding de beschaving verdedigden tegen de horden van Hermann Hangbuik.
Diep onder de grond hadden de mensen hun kleine vreugden en hun grote zorgen. Midden juni het de B.B.C. ’s avonds laat nog weten, dat het officiële Frankrijk de strijd had opgegeven; mijn kelder-genoot mr. Hoyty Toyty van flat 94 zei: ‘Goddank, nou hebben we tenminste geen geallieerden meer’die ons in de steek kunnen laten.’
Toen gooiden de jongens van Hermann precies in de eerste minuut van mijn verjaardag een luchttorpedo op het Museum van Madame Tussaud, en omdat onze betonnen blokkendoos naast-an stond, waggelden de ijzeren balken van de constructie. Het licht ging uit. Mrs. Hoyty Toyty klemde zich aan haar dienstbode vast en daarop gilde de hele kelder het uit in clubverband. Even later kwam een politieagent zeggen dat we de straat op moesten, omdat het huis op bezwijken stond, althans woorden van deze strekking. We zwierven een dag of wat van het ene logement naar de andere schuilkelder, totdat de chauffeur van Calligan die, oorlog of niet, bij nacht en ontij, trouw voor de B.B.C. bleef rijden, zei:
‘Als ik het voor ’t zeggen had, zou ik mijn kinderen naar Ripon sturen.’ Puzzle; waar ligt Ripon? Want in tijden van groot gevaar, moet je zulke loslippigheden als een vingerwijzing van de hemel beschouwen.
In normale tijden rijd je eerst een uur of acht met de sneltrein naar het noorden tot Leeds, maar omdat er een oorlog aan de gang was, deed je er soms twaalf en meestal zestien uur over; dan stapte je over in een stom-ouder-wets hobbelwagentje, en als je dan heel goed uitkeek, kon je na een uurtje tussen de plooien van twee ruige heuvels een bouwval zien, de Fountains Abbey, en als je dan scherp bleef turen, kon je ook nog een dorpje ontdekken : Ripon.
Vrouw en kinderen vonden daar een veilig onderkomen, want al waren ze in Berlijn nog zo gek, ze spendeerden geen dure bommen aan een gehucht, dat overdag trouwens van de lucht uit nauwelijks een vuil vlekje op de landkaart was, laat staan dus in het pikkedonker. Doordat de aanvoerlijnen naar Londen óf kapot óf geheel door en voor de oorlogsindustrie bezet waren, wisten ze in het goede land van Yorkshire tot hun oprecht verdriet
121