O, KERSTNACHT SCHONER DAN DE DAGEN
Toen ik op20mei 1940 op het Londense asfalt arriveerde, hadden ze in Berlijn juist besloten dat de Engelsen voortaan ook de korstjes van hun brood moesten opeten. Maar de Londenaren zélf waren nog volstrekt onkundig van wat hun te wachten stond. Die lieten zich in de winkels van de ‘Empire Food Stores’ vliesdunne flentertjes brood aanreiken, met een dikke laag vlees ertussen, maar éérst moesten de korstjes eraf. Die lüstten ze niet, al honderden jaren lang niet. Britons never will be slaves! Omdat de lugubere mannetjes in Berlijn vonden, dat aan die imperiale verspilling van voedsel een einde moest komen, stuurden ze elke nacht honderden vliegmachines, die de aanvoerlijnen in puin gooiden. De voorziening van voedsel raakte in de war. De Engelsen zeiden tegen elkaar: nou wordt het menens met die oorlog. De Lagere Landen werden onder de Duitse laars vertrapt. Frankrijk vocht nog wanhopig, maar wat de Engelsen veel erger vonden was, dat de eilandjes Guernsey en Jersey in het Kanaal werden bezet. ‘What a shame’. Zijne Majesteits regering in Whitehall liet weten, dat in het vervolg geen brood mocht worden weggegooid. Korstjes zult gij eten.
Omdat ze toch eenmaal begonnen waren, gooiden de moffen ook nog eventjes half Londen tegen de vlakte. Maar al sloegen de vlammen van de getroffen gasleidingen uit het trottoir, de Franse tippelzusjes, die het stukje straat tussen Bondstreet en Strattonstreet als wijk hadden gekozen, bleven vlijtig vigileren in hun wijde goedkope bontmanteltjes en strakke rokjes. Dat was nu eenmaal haar beurré. ’s Middags stonden ze in de ‘Yorkmin-ster’ tussen de gevluchte Fransen hun pernoodje te drinken. Die zusjes voelden zich óók een beetje verantwoordelijk voor dat soldatenvolk, allemaal mannen, die morgen moesten sterven en vandaag zo verschrikkelijk eenzaam waren.
In de ‘Windmill’, waar de Engelsen beheerste naaktcultuur bedreven, zat het zaaltje van ’s morgens vroeg tot diep in de nacht elke doorlopende voorstelling van een uur stampvol. Het hele leger was er, de hele luchtmacht, de hele navy en de plaatsen die er dan nog over waren, mocht de koopvaardij bezetten. Bommen of niet, de show ging door. Geen drager van het Victoria Cross eerste klas, kan trotser geweest zijn op zijn plak, dan de Windmillzusjes op hun reputatie: ‘They never clothed nor closed’. De kleine
120