Buiten de orbit van deze wentelende massa, tegen de raamkant bij Hyde Park, zit een gezelschap zeeschuimers met grote bellen whiskey voor zich. Journalisten uit de hele wereld. Een paar tronies ken ik. Anderen leer ik subiet kennen. Er zijn beroemde jongens bij. Namen met vette kapitalen boven hun stukkies; geen sterveling die in hun declaraties zoekt naar dollars op laag water. Hoeveel keer heeft Johan Winkler, mijn chef in Amsterdam, me deze knapen niet als lichtend voorbeeld voor ogen gehouden: ‘Schrijf zoals Stevenson... de joeman enkel.’
De human angle my foot... nu ik ze hoor praten, komen hun woorden uit een marinade van zuur cynisme.
Waar ter wereld krantenmensen zitten te péren, borrelt de profetische geest weelderig omhoog.
Profetie nummer één. De Geer is een honderd procent flop. A loud fart, if you know the King’s English. Het enige buitenland dat hij kent, is een vakantiedorpje in het Schwarzwald. Met die feller getten we nog een hoop trabbel.
Profetie nummer twee. Binnen twee maanden landen de moffen in Engeland. Ik weet het uit betrouwbare bron.
Profetie nummer drie. Zo’n Duitse invasie zou een geluk zijn. It will frighten the English into their wits.
Deze zware jongens uit de journalistiek zijn zo sentimenteel als een koperen kwispedoor. Stuk voor stuk kennen ze militaire- en staatsgeheimen, allemaal top secret, maar ze laten zich liever veertig kiezen trekken dan dat ze een collega de kans geven hun een nieuwtje af te snoepen. Wél zijn ze buitengewoon royaal met ordinaire roddelpraatjes. Die strooien ze rond als Pietermanknecht de pepernootjes.
Pepernootje nummer één. De Nederlandse gezant Jonkheer Michiels van Verduynen heeft met De Geer zijn opwachting gemaakt in Downingstreet. Nou die De Geer heeft Churchill eventjes bijgelicht. Zijn Engels was niet zo vlot, dus zei-d-ie het maar gewoon op zijn dorps. Sluit zo gauw mogelijk vrede, mister Churchill, want die oorlog heb je verloren, gewoonweg verloren. Hoe ik dat zo precies weet? Van mijn minister Dyxhoorn en dat is een deskundige, dat weet een kind. En als je het idee mocht krijgen, mister Winston, dat Nederland je bij die vredesonderhandelingen een dienst kan bewijzen, dan hoef je maar te kikken en dan zullen wij de Duitsers discreet laten weten dat Winston Churchill gekikt heeft.
Pepernootje nummer twee. De Geer neemt het woord ‘vijand’ nooit in de mond. Wat zegt die kloris dan? Hij praat er omheen.
Pepernootje nummer drie. Er moet een officieel stuk bestaan met de handtekening van Wilhelmina eronder dat de regering voortaan in London zal zetelen.
12