Om zijn vrouw, een harpij onder harpijen, is hij katholiek geworden. Tot vlak voor zijn stervensuur heeft vader nooit meer een woord met die twee willen spreken. Antje, mijn zuster, heeft diploma's gehaald voor het kleuteronderwijs. Ze hebben haar nooit meer laten doen dan broekjes van kindertjes open en dicht maken. Van balorigheid is ze uit pure liefde met iemand getrouwd, met een benzinepomp aan een druk verkeerspunt. Dan kom ik, de psychopaat.
En verder is er nog een nakomertje, mijn zuster Marietje, een beeld van een kind.
Mijn vader had een broer, die maar liefst twaalf grote slagerijen in het hele land exploiteerde. Toen in het gezin van vader de kindertjes kwamen, deed de rijke slager een van zijn winkels voor een appel en een ei over aan zijn arme broer. De slagerij van vader lag in een dorp in de buurt van Utrecht, een vlek op de landkaart, waar je veel mensen vindt, die overdag in de stad werken en 's-avonds op hun trijpen pantoffels in de serre thee drinken met Brusselse kermis. Verder woonden er gepensioneerden uit Indië en echte of bijna-echte adel. Een vijftigtal arme gezinnen leverden de dienstmeisjes, de werksters, de schoenmaker en de ophalers van het huisvuil.
Onze slagerij liep als een trein. Hoofdzakelijk wegbreng-klanten, slager, wilt u een ons van de beste ham laten bezorgen, en een half ons goedkope leverworst voor het personeel, in zes plakken.
Vader droomde, dat alle kinderen bij hem in de winkel het edele slagershandwerk zouden leren, waarom kon zijn broer wèl twaalf winkels bezitten, en hij geen vijf? Maar we verafschuwden het bloederige vak. Vader was een forse man, hij mat op zijn kousen één meter tachtig. Voor vrouw en kroost was hij onmenselijk, redeloos streng. Een spier-geweldige met een paar wilde doordringende ogen. Prik-ogen. Voor die ogen
9