67
Bij PL gaat het om een dagelijkse bezigheid, die dikwijls moeilijk op te brengen is. De leerling kan zich de gewoonte van het permanent leren alleen maar dan eigen maken als de kennis waar hij naar streeft, voor hem persoonlijk van belang is. (Vgl.p. 61)
In deze studie, die handelt over PL, ligt de nadruk op het individu en niet op geïnstitutionaliseerde leersituaties zoals bijvoorbeeld scholen en universiteiten. (Vgl. p. 3)
Het centrale probleem voor elk lerend mens is het dualisme tussen 'weten' en de feitelijke actualiseringen ervan, te overwinnen. In onderwijsleerprocessen moet de leraar de leerling daarbij helpen. Hij kan dit doen door de leerling, behalve weten, ook zelfvertrouwen te geven, zodat de leerling steeds wil en kan laten zien wat hij al weet. In zijn latere leven zal de leerling zelf, op eigen kracht, dit dualisme moeten overwinnen. (Vgl. pp. 56-57)
h. Een model voor PL
PL-
model 1 J
I.
Het geleerde
1.
Traditie
2.
Gezag
3.
□
II.
Leerstellingen
1.
Wereldbeeld
2.
Mensbeeld
3.
□
III.
Leerproces
1.
Leerling en leerprocedure (-methode)
2.
Leerdoelen
3.
Evaluatie
4.
Leraar en onderwijsprocedure (-metho-
5.
□ ""
IV.
Individueel leren als dagelijkse gewoonte
□
(Vgl. p. 62)