66
staan: permanent, leren de rug toekeren. (Vgl. pp. 55-56).
f. Evaluatie
Niet het 'kunnen' is te evalueren, maar uitsluitend de actualiseringen van dit 'kunnen'.
'Kunnen' of 'niet kunnen' zijn geen woorden, die een gebeurtenis aanduiden, maar modale woorden - er is meestal niet één bepaald teken of één bepaalde toets waaruit blijkt wat iemand kan of dat hij het kan. Of anders gezegd: men toetst nooit wat iemand kan, maar wat hij van zijn kunnen laat zien; men toetst nooit wat iemand weet, maar wat hij uit. Zolang er geen één-éénduidige afbeelding bestaat tussen iemands binnen-en buitenkant, zolang blijft elke evaluatie van iemands disposities aan de hand van actualiseringen ervan problematisch. Dit laatste is zeker het geval als er tussen de evaluator (bijvoorbeeld de leraar) en de leerling geen vertrouwensrelatie bestaat. (Vgl. p. 52)
Men evalueert het 'weten' door bepaalde uitingen (actualiseringen) ervan te evalueren. Aangezien het 'weten' op zeer vele manieren geactualiseerd kan worden en het moeilijk te bepalen is welke actualiseringen een representatieve uiting van deze dispositie zijn (als er al zo iets als representativiteit bestaat), blijft elke evaluatie van iemands 'weten' een meer of minder geslaagde gissing - een schatting.
Er bestaat een dualisme tussen 'weten' en de feitelijke actualiseringen ervan en dit maakt evaluatie van het 'weten' zo moeilijk. Hoe groter nu dit dualisme is, hoe onnauwkeuriger en minder informatief de evaluatie van het weten zal zijn. (Vgl. p. 56)
g. De lerende mens / De weg van de leerling
Leerprogramma's kunnen alleen maar slagen, als ze aansluiting vinden bij de belangen en interessen van de lerende mensen. Het peilen van deze belangen en interessen is een uitermate complexe onderneming, die regeringen en internationale organisaties aan 'alle terzake geëngageerde (terzake) deskundigen' moeten overlaten. Dit forum kan dan adviezen formuleren, maar neemt verder geen beslissingen. Binnen de contouren die door de regeringen en organisaties gecreëerd kunnen worden, behoren dan de lerenden tenslotte te beslissen of ze de adviezen zullen opvolgen of in de wind slaan. (Vgl. p. 16)