30
schen, de Franschen, de Belgen, de Duitschers en de Hollanders hebben millioenen heidenen door bedrog hun bezit en hun land ontfutseld, of hun dat met bloedig geweld ontroofd; zij hebben millioenen gruwelijk mishandeld, gemarteld, gedood, beroofd, geplunderd, tot slaven gemaakt.
De Christenen en de heidenen — denkt eens (aan den slavenhandel en den slavenarbeid, nog geen driekwart eeuw geleden af geschaft — één aaneenschakeling van afschuwelijkheden.
De Duitschers en de heidenen — denkt eens hoe de Duitschers hebben huisgehouden o.a. in Zuid-West-Afrika, waar zij geheele volksstammen met wapengeweld dreven in de woestijnen, die daar tot den laatsten man den hongerdood stierven. Maar de Joden, die zijn zoo gemeen, want een rabbijn heeft eens in het verre verleden gezegd, dat men den heiden verloren goed niet behoeft terug te geven!!!
HET JUISTE BEELD
Uit den Talmoed zelf blijkt op zoo tallooze plaatsen zoo stellig, hoe de Joden eerlijkheid in handel en wandel betrachten, zoowel tegenover eigen volk als jegens vreemden, ook heidenen, dat daarbij het abstract-juridische geredekavel van eenige rabbijnen geheel verbleekt. Dit zij met eenige voor