Het is mij bij de behandeling van uw artikel herhaaldelijk moei* lijk gevallen, mij de zelfbeheersching op te leggen, noodig om uwe geniepige verdachtmakingen door middel van parlementaire be* woordingen te ontleden. Maar nu wordt het waarlijk buitenge* woon bezwaarlijk. Want hier is eigenlijk geen verdachtmaking, geen insinuatie in het spel, doch een met de waarheid volslagen strijdige voorstelling van zaken.
Gij doet het in uw artikel op verschillende plaatsen voorkomen alsof gij de financiëele verslagen van den Diamantbewerkersbond grondig hebt bestudeerd. Ter ondersteuning van uw betoog ver* wijst gij in voetnoten naar bladzijde zus en bladzijde zoo van deze verslagen. Bij zoo zorgvuldige studie moet gij dan toch ook de bladzijden 28, 35,39, 73, 80, 84,128,131, 169, 171, 207 en 209 hebben bekeken. Op deze bladzijden nu worden over de jaren 1928*1932 bij de balansen behoorende gedetailleerde opsommingen gegeven van het effectenbezit van den Bond zelf, van het Pensioenfonds en van de Werkeloozenkas. Onveranderlijk staan daar naast elkander twee kolommen, waarvan de eene het opschrift draagt: Balanswaarde (aankoopwaarde), en de andere: Waarde volgens koers einde December 1932 (of een der andere jaren, waarop de balansen betrekking hebben).
Hieruit blijkt de leugenachtigheid van uwe bewering, dat een fictieve voorstelling van de waarde van het effectenbezit zou worden gegeven. Aankoopwaarde en koerswaarde op de tijd* stippen, waarop de balansen werden opgemaakt, worden getrou* welijk naast elkander vermeld.
Dit moet gij toch bij uw studie van de jaarverslagen hebben opgemerkt, mijnheer de financiëele expert. Waarom hebt gij het dan niet alleen verzwegen, doch zelfs de grove onwaarheid geuit, dat slechts de aankoopwaarde wordt vermeld?
Ook hebt gij het niet opgemerkt? Met welk recht neemt gij dan het air aan, de verslagen ter dege te kennen? Met welk recht doet gij het dan voorkomen alsof gij weet, terwijl gij in werkelijkheid floddert?
Het is ook op dit punt met u gesteld als op alle andere: óf gij insinueert, maakt verdacht en beschuldigt, tegen beter weten in, óf gij verricht dezelfde onrechtmatige daden, zonder kennis van de feiten, waarop gij voorgeeft deze te baseeren.
Het Bestuur van den Diamantbewerkersbond heeft geen enkele reden om nopens zijn geldelijk beheer, of zijn financiëele politiek, iets te verheimelijken, of eenigerlei camouflage toe te passen, het verheimelijkt of camoufleert dan ook niets.
Het effectenbezit van den Bond en de genoemde fondsen (het werkeloosheidsfonds heeft, dank zij de crisis, thans geen bezit meer) bestaat uit obligatiën van Nederlandsche staats*, pro* vinciale en gemeentelijke leeningen, alsmede van door den staat gegarandeerde leeningen van spoorwegmaatschappijen. Op eenigszins aanzienlijke koerswisselingen is bij zulke goudgerande effecten gewoonlijk weinig kans. Hoe zorgvuldig bij de beleg* gingen te werk wordt gegaan, blijkt o.a. hieruit, dat de aankoop* waarde van het effectenbezit van het Pensioenfonds einde December 1932 (het verslag over 1933 is wel opgemaakt, maar nog niet gepubliceerd en ik wil alleen cijfers geven, die ieder kan
45