fascisme zijt overgegaan, tot het fascisme, dat met dictatuur, met
tyrannie, met geweldpleging, met foltering van andersdenkenden, met onderdrukking van gewetens* en uitingsvrijheid, poogt in stand te houden een maatschapplijk bestel, dat onherroepelijk ten doode is gedoemd.
Zij begrijpen voorts, dat het mededoogen, hetwelk gij jegens hen aan den dag legt, schijnvertooning is en dat uw werkelijk oogmerk is, de vakvereenigingen te vernietigen, in elk geval te verlammen.
Zij begrijpen, dat gij daarom overheidscontrole op de vak*
vereenigingen verlangt.
Zij begrijpen, dat gij medelijden met hen veinst en weeklaagt dat de vakvereenigingskassen, die gij zoo graag in een ommezien zoudt geledigd willen zien, omdat het dan met de vakvereeniging zelve zou gedaan zijn, in stand worden gehouden; en zij ver* langen slechts dat deze kassen niet worden versnipperd in doel* looze giften.
De werkeloozen mogen daar niet alleen ,vrede mede hebben," zij hebben er vrede mede. Zij willen het niet anders.
Deze openbare brief verschijnt het eerst in het Weekblad van den Diamantbewerkersbond, welks leden dus ook de eersten zijn, die hem onder de oogen krijgen. Gij begrijpt dus wel, dat ik u deze verzekering niet zou geven, als ik niet onvoorwaa^^’k zeker ware, dat zij met de werkelijkheid in overeenstemming is.
Staak dus maar uwe pogingen om de bondsleden aan te sporen zelf hunne vakvereeniging te vernietigen. En geef u niet over aan de illusie, dat gij de Regeering zoudt kunnen bewegen de vakvereenigingen onder curateele te stellen, want zij zou daartoe, stel dat zij er toe geneigd ware, hetgeen zeker niet het geval is, niet de geringste wettige aanleiding kunnen vinden. Gij zult dus uw ziel in lijdzaamheid moeten bezitten en wachten tot uwe fascistische vrienden aan het bewind zullen zijn gekomen, het* geen zal geschieden op St. Juttemis, of zoodra de kalveren dansen op het ijs.
Ik ga nu over tot het gedeelte van uw artikel, dat op het zoo* even behandelde volgt. Het luidt aldus:
Bij de beschouwing van dit millioenenbezit moet men drie zaken m het oog houden: ten eerste dat het is gevormd door arbeiders, ten tweede dat het ook is gevormd door arbeiders, die vroeger lid waren, en ten derde dat het uit* sluitend ten behoeve van arbeiders moet bestemd blijven.
En als men nu overdenkt wat elders is geschied, dan k«n men niet geheel gerust zijn.
Toen in Oostenrijk de sociaal democratie werd vernietigd, wilde de Regeering het bezit der Vakbeweging in beslag nemen, opdat het voor de arbeiders zou blijven bestemd. Wat bleek toen? Dat de socialistische leiders de fondsen over de grenzen hadden weten te brengen. Natuurlijk zal niemand gelooven dat van al dat geld, dobr Oostenrijksche arbeiders bespaard, voortaan ook maar een onderdeel aan hen zal ten goede komen. Ligt daarin ook voor de Nederlandsche arbeiders en de Nederlandsche Regeering niet een waarschuwing?
Nog een ander geval. Men weet dat de Belgische socialisten een z.g. Arbeids» bank hadden opgericht, welke bank alle partijcoöperaties van geld moest voor? zien. Om haar daartoe in staat te stellen, werden bij haar ook aanzienlijke mid* delen der Vakbeweging in bewaring gegeven. Deze Arbeidsbank nu is hopeloos vastgeloopen, niettegenstaande zij beheerd werd door een partij die altijd vraagt om scherper toezicht op particuliere banken, ja zelfs om staatsexploitatie daar* van. De deuren en de loketten zijn gesloten en zullen nooit meer open gaan,
M