Het kleine land en zijn groote schoonheid

Titel
Het kleine land en zijn groote schoonheid

Jaar
1941

Druk
1941

Overig
1ed 1941

Pagina's
292



reeds in bepaalde gevallen en omstandigheden mogelijk zou maken, wordt niet ten uitvoer gelegd. Er bestaat een Bosch-wet, die echter geen bevoegdheid geeft tot het leggen van kap-verbod op bosschen in particulier bezit en evenmin voorschriften tegen kaalslag als tot herbebossching bevat. De wet, die vermindering van belasting op landgoederen en bosschen, ter bevordering van derzelver behoud, mogelijk maakt, is onvoldoende en wordt bovendien in vele gevallen niet naar behoo-ren ten uitvoer gelegd. Aankoop van bosschen geschiedt niet meer, althans niet in voldoende mate. Er worden wel bosschen aangelegd, doch dikwijls op plaatsen, waar men beter had gedaan, de natuur den vrijen loop te laten. Het behoud van natuurmonumenten wordt zoo goed als geheel overgelaten aan de kostelijke Vereeniging, die reeds veel schoonheid van wissen ondergang heeft gered. En bovenal: er is geen enkel nationaal park, van den aard als het kleine Zwitserland er een geschapen heeft in het kanton Graubünden, waar men de natuur haar gang laat gaan, fauna en flora zich vrijelijk laat ontwikkelen, waar de jager gebannen en wetenschappelijk boschbeheer verre gehouden wordt.

Nu ligt daar nog de Veluwe, voor een aanzienlijk gedeelte, het grootste waarschijnlijk, in statigheid en levende pracht. Maar de dood sluipt voort, zooals hij ook rondwaart in het Gooi, een ander heide- en boschgebied, eenmaal even schoon als de Veluwe, zij het ook zeer veel kleiner van uitgestrektheid. Eenmaal, vele eeuwen geleden, was het Gooi, naar beweerd wordt, één uitgestrekt eikenwoud. De bosschen, die men er thans vindt, werden nagenoeg alle in de 17de en de 18de eeuw aangelegd. Zij behooren voornamelijk tot de buitenplaatsen van ’s-Graveland en van die in de nabijheid der Zuiderzee, Oud-Bussem (het zoogenaamde Bosch van Bredius) en Craailoo. De heiden, door wegen en engen van elkander gescheiden, met hare eenige tientallen meters boven den zeespiegel gelegen verheffingen, naar Nederlandsch gebruik „bergen” genoemd, behoorden aan Stad en Lande van Gooiland, wat de officieele naam is der uit de 13de eeuw stammende corporatie van Erf-gooiers. Het is weinig meer dan een halve eeuw geleden, dat het Gooi nog vrijwel ongerept was, een stuk heerlijk natuurschoon. Het werd „uit zijn isolement verlost” door spoor- en tramweg. Schilders „ontdekten” het. Anarchistische kolonies vestigden er de aandacht op. De stille dorpen aan de spoorlijnen groeiden snel tot tuinsteden. Engen werden volgebouwd, hakhout werd gerooid, van de heiden werden stuk-

70

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.