tingen, met de stoom-machine, de electrische- of de ontplof-fings-motor als beweegkracht. Reeds lang geleden hebben groote polders, als de Beemster, aldus gehandeld. Gaandeweg deden nagenoeg alle groote polders aldus en vele kleine volgden. Slechts één had nog zijn oude windbemaling, een merkwaardig staal van oude ingenieurskunst, schepping van den grooten Leeghwater, behouden: de Schermer. Daar nog stonden de ongeveer vijftig forsche molens, in geordende groepee-ring, die den plas uitgemalen en den polder droog, bewoonbaar en voor cultuur geschikt hadden gehouden. Tot het polderbestuur werd bevangen door den waan, dat machinale bemaling den ingelanden betere uitkomsten zou bezorgen en besloot tot den bouw van een electrisch gemaal, tot vervanging van de windmolens, en de hoogere overheid aan dit noodlottige plan hare goedkeuring hechtte. Nog staan er molens van den Schermer. Maar hunne dagen zijn geteld. Weldra zullen zij geslecht worden, of, van hunne wieken en organen beroofd, ons aangrijnzen als rampzalige monumenten van het onverstand, de balsturige koppigheid en het volslagen gebrek aan schoonheidszin en piëteit dergenen, aan wie men het beheer van den polder te kwader ure opgedragen had.
Het is slechts een voorbeeld van hetgeen alom in den lande geschiedt. Fabrikanten van motoren en pompwerktuigen, ingenieurs-bezitters van technische bureaux, vertegenwoordigers van buitenlandsche machinebouwers reizen het land af, bezoeken molenaars en waterschapsbesturen, blazen hun de ooren vol met optimistische voorstellingen van vermindering van kosten, verhooging van rendement, volkomen beheer-sching van het waterpeil, onafhankelijkheid van windkracht, enz. Veelal bezwijken de aldus bewerkten voor de overredingskracht van den technicus, die zooveel voelt voor hunne belangen — en dan bezwijken na een korte spanne tijds ook de molens. Eenige ingenieurs en molenmakers hebben vernuftige en in de practijk voortreffelijk gebleken vindingen gedaan, die den windmolen bevrijdden van de weinige nadeelen, die hij bezat, en hem gelijkwaardig maken aan mechanische be-malingswerktuigen van allen aard. Het mocht niet baten. Deskundigen hebben berekend en aangetoond, dat mechanische bemaling hoegenaamd geene voordeelen boven de windbemaling geeft, dikwijls zelfs ongunstiger uitkomsten oplevert. Het mocht niet baten. De rijks-overheid heeft bij herhaling stappen gedaan tot bescherming van den windmolen. Het mocht niet baten. Molenaars en polderbesturen gaan voort
56