Het kleine land en zijn groote schoonheid

Titel
Het kleine land en zijn groote schoonheid

Jaar
1941

Druk
1941

Overig
1ed 1941

Pagina's
292



drie markante poorten; en daartusschen de oude buurten en straten, met de vele antieke gebouwen en mooie doorkijkjes. Zoo is Kampen, een afgerond kleinood, want geen rommelige nieuwe wijken zijn hier gestapeld om den ouden stadswal. Kampen heeft het voorrecht van niet „vooruit te gaan”, te blijven de besloten eenheid, nagenoeg onveranderd sinds de laatste vestinggordel werd gebouwd. Men kan slechts hopen, dat hierin geen verandering zal komen. Want „vooruitgaan” en „uit isolement verlost worden”, zooals de gangbare terminologie luidt, zijn de dood van de schoonheid onzer steden en dorpen.

Waar de IJsel uit Gelderland de provincie binnenkomt, aan welke hij zijn naam gegeven heeft, daar ligt het oude, eenmaal machtige, nog immer levendige en liefelijke Deventer. Veel heerlijks is hier bewaard gebleven. Zeldzaam grootsch en schoon is de Lebuinuskerk met haar massalen toren (van welken men het koepeltje, in de 18de eeuw er op geplaatst, zou willen missen); haar krocht stamt uit de 11de eeuw, de bovenbouw uit de 15de. De Bergkerk is uit de 15de eeuw, doch een veel ouder gebouw moet hier hebben gestaan, want de beide torens zijn uit de 12de. Buitengewoon fraaie Hollandsche renaissancegebouwen zijn de Waag (uit 1528), het zeer mooie huis „De Drij Gekroonde Heerinck” en de Doopsgezinde Kerk, alle bijeen, nevens ettelijke fraaie woonhuizen, aan den fraaien Brink, welks aanblik geleden heeft en welks stemmigheid geschonden werd, toen een stompzinnig gemeentebestuur de prachtige lindeboomen, die daar stonden, liet rooien. Niet minder schoon is het Landshuis (nu politie-bureau) op het Groote Kerkhof, uit de eerste helft van de 17de eeuw. Van de oude stadspoorten is er geen meer in wezen, behalve de Berg-poort, doch haar heeft men — o, toppunt van dwaasheid — overgebracht naar den tuin van het Rijksmuseum te Amsterdam. Deventer is de stad der enge straten; men heeft er niet geofferd aan den verkeersmoloch en zoo heeft de stad haar oude karakter ongeschonden bewaard, zoodat er een gezellige levendigheid heerscht; want een kleine stad heeft menschen genoeg om nauwe straten, doch niet om boulevard-nabootsingen te bevolken. Levendig is het ook aan de rivier, over welke een schipbrug, uit verkeers-oogpunt wellicht onvoldoende, doch een zeer typisch ding, voert naar de Worp, het niet groote, doch mooie stadsbosch. En dan is er aan den IJsel nog iets merkwaardigs, het Pothoofd, een stukje kade, naar hetwelk de botanici een geheele groep planten hebben

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.