zeer bijzondere stadswijk. Van de Plaats is de aanblik van den Vijver, begrensd door het levendige silhouet der gebouwen van het Binnenhof, de deftige huizen en het prachtige geboomte van den Vijverberg, van buitengewone bekoring; en wie op een helderen, maanlichten avond van den Korten Vijverberg over het water naar de stad schouwt, ziet een beeld zoo treffend schoon, als elders niet licht zal gevonden worden. De eigenlijke stad heeft overigens weinig belangrijks. Het Spui en de meeste der daarop uitloopende grachtjes heeft men gedempt, aldus veel oude schoonheid verwoest en er geen nieuwe voor in de plaats kunnen stellen. Het zelfde lot trof de eenmaal fraaie Prinsegracht. En daar, behoudens een aantal, thans meestal gedegenereerde heerenhuizen op laatstgenoemde gracht, zoo goed als nergens in de binnenstad een gevel van eenige beteekenis gevonden wordt, heeft het stadsbeeld weinig aantrekkelijks en het is er niet beter op geworden, nu het stadsbestuur op verschillende plaatsen geweldige doorbraken heeft bewerkstelligd, die de wanden van vele niet onaardige straten geschonden hebben en deze laatste aldus haar karakter deden verliezen.
’s Gravenhages voornaamste bekoring ligt in zijn „dorpsche” wijken en de daarbij aansluitende onmiddellijke omgeving der stad. Het Plein 1813 en omgeving, de onvolprezen Oude Scheveningsche Weg, Zorgvlied, het Haagsche Bosch, de Scheveningsche Boschjes, de Boschjes van Poot en van Pix, Wassenaar, Meijendel, het duin- en zeegebied, met elkander vormen zij een krans, die de Residentie in het Westen en Noorden in heerlijkheid omvat.
Ook hier is veel verloren gegaan. Op het einde der negentiende en in het begin der twintigste eeuw werden groote duin-complexen afgegraven, om plaats te maken voor den aanleg van, voor een groot deel allesbehalve fraaie, woonwijken. In dezen tijd heeft men om gelijke reden het zelfde gedaan met de fraaie duinen in de richting van Waalsdorp. Van de Scheveningsche Boschjes werd een groot gedeelte aan de bouwerij prijsgegeven. Het weergalooze samenstel van prachtige groote buitenplaatsen, gelegen tusschen ’s Graven-hage en het dorp Wassenaar, werd grootendeels tot villapark verkaveld en als zoodanig bebouwd. Het zelfde lot trof de mooie terreinen langs den Wassenaarschen Weg. Zorgvlied liet het gemeentebestuur zich ontgaan, zoodat het eveneens voor een aanzienlijk deel tot villawijk misbruikt werd.
Doch ook hier geldt wat van Amsterdam gezegd werd: vroe
25