hunne trap-, klok-, hals- en tuitgevels, van eenvoudige tot rijk-ver sier de; en langs de hoofdgrachten verheffen zich in hunne honderdtallen nog immer de statige, zeer vaak „dubbele” heerenhuizen, die de grand seigneurs van de 17de en 18de eeuw, de machtige Amsterdamsche kooplieden, die het land en tot op zekere hoogte zelfs de wereld beheerschten, er hebben gebouwd — zooals zij ook talrijke prachtige buitenverblijven langs den Amstel, in de Diemermeer, in Kennemer-, land, langs de Vecht, aan den Gooirand en tot in de Stichtsche Lustwaranda, waarvan vele er nog altijd zjjn, om ons door hunne bijzondere schoonheid in verrukking te brengen, in het leven hebben geroepen — de prachtige huizen met hunne enkele en dubbele bordes, in den volksmond „hooge” stoepen, fraai gesneden deuren, rijk gebeeldhouwde kroonlijsten en frontons, de vensters vaak voorzien van het eigenaardige paarse glas, dat, men kan niet zeggen waarom, den gevels een bijzonder cachet van deftigheid geeft. Met de grachten, de wallen en de olmen vormen zij een als het ware organisch en onverbrekelijk geheel van treffende en ontroerende schoonheid, een stadsbeeld, dat alleen Amsterdam te aanschouwen geeft. Het buitenland heeft niets van dezen aard. Venetië is een stad van geheel anderen aard, met eigen schoonheid en karakter. De weinige grachten, blijkbaar onder Hollandschen invloed ontstaan, evenals de oude huizen, die er langs staan, in sommige Duitsche Oostzee-steden, kunnen, wat omvang en beteekenis betreft, niet met de Amsterdamsche vergeleken worden, evenmin als de enkele Kopenhaagsche grachten. Brugge alleen zou met Amsterdam kunnen wedijveren, wat de schoonheid harer grachten betreft, al is zij ook anders dan die der Amsterdamsche, doch blijft, wat uitgebreidheid van het grachten-schouwspel betreft, bij de Nederlandsche hoofdstad verre ten achter. In het eigen land zijn talrijke groote, middelbare en kleine steden, die met fraaie grachten prijken — Utrecht, Haarlem, Leiden, Delft, Leeuwarden, Alkmaar, Dordrecht, Middelburg, Amersfoort, Harlingen, de stadjes langs de Zuiderzee — waaronder men er aantreft, welker schoonheid weergaloos is, als de Oude Delft in de stad van denzelfden naam; doch al mogen enkele kunnen vergeleken worden met de Amsterdamsche grachten wat hoedanigheid betreft, wat hoeveelheid en uitgestrektheid aangaat, staat de hoofdstad ongenaakbaar bovenaan.
Zoo ligt daar de oude stad op haar talrijke grachteneilanden, door honderdtallen bruggen verbonden, als een heerlijk antiek
18