Amsterdam, die groote stad

Titel
Amsterdam, die groote stad

Jaar
1936

Druk
1936

Overig
1ed 1936

Pagina's
353



welke voorheen op houte palen op zekeren afstand van elkander geplaatst waren, en ook met ijzers aan de huizen vond men ook lantarens. Maar in 1788 op de 17 September wierden op den Heerengracht nieuwe lantarens met vier glasen en 3 a 4 pitten en welke aan ijzere stangen horigen, geplaatst. Maar door de kostbaarheid vond dit weinig bijval. De 01de lantarens hielden stand tot op den 1 November 1809, toen deze alle weggenomen wierden en aan touwen over de grachten en straten lantarens gehangen wierden (Reverberes genaamd). Ten opzigte dezer verlichting kwam nu mede groote verandering, als wordende hetzelve aangenomen door particulieren. Zedert het jaar 1840 is men bezig om bij aanvang door lantarens op palen door middel van Gaz te verligten, waartoe pijpen door en langs alle de grachten en straten der stad geleid zijn.”

De gasverlichting bleef voor verreweg het grootste deel der stad gehandhaafd tot in de oorlogsjaren. Het electrisch licht zag men hier voor het eerst ongeveer het jaar 1880, toen aan den gevel van het postkantoor op den N.Z. Voorburgwal aan de Donkere Sluis, twee booglampen werden bevestigd. Zij werden, waarschijnlijk naar den uitvinder of constructeur, Jablochkoff-lampen genoemd. Zij waren nog primitief, flakkerden, gingen aan en uit, zoodat de talloozen, die er naar kwamen kijken, hoofdschuddend zeiden, dat het niets zou worden. Eenige jaren later kwamen Edisons gloeilampen. In het Café Krasnapolsky, dat een eigen electrische installatie aanschafte, deden zij hun intrede. Nadat opnieuw eenige jai en verloopen waren, werd de Maatschappij Electra gesticht, die eerst op c en N.Z. Voorburgwal, later op den Haarlemmerweg, een „electrisch station” stichtte. Verschillende instellingen, winkels, fabrieken enz. gingen geleidelijk tot electrische verlichting over. Voor de straatverlichting werd de electriciteit slechts spaarzaam, op enkele belangrijke punten, toegepa st. Later stichtte de gemeente zelve een electriciteits-fabriek op den Kadijk, in concurrentie met Electra, dat den strijd tegen de gemeente aanvaardde, doch niet lang volhield. De electrische straatverlichting werd toen eenigs-zins uitgebreid. Zij werd algemeen in het oorlogs-tijdperk. Het toen heerschende gebrek aan steenkolen dwong overgang naar electrische verlichting, die dan ook met hulp van geïnterneerde Belgische militairen, onder welke zich vele electriciens bevonden, werd tot stand gebracht. De straatverlichting met gaslantarens verdween en met haar de lantaren-opsteker. Ook op het stuk der huisverlichting heeft de electriciteit het gas geheel verdrongen. Een tweede centrale verrees later aan den overkant van het IJ.

De gasfabricage zelve heeft een niet onopmerkelijke geschiedenis.

60

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.