VOORBERICHT
A . ..
X -V. msterdam is, als vrijwel elke groote stad, die zich, eeuwen geleden, uit een kleine kern, welker ontstaan veelal onbekend is, heeft ontwikkeld, een uit vele bestanddeelen samengesteld complex.
Het oudste gedeelte ligt omsloten tusschen hetgeen eenmaal het IJ was, en de Voor- en Achterburgwallen op de Oude en de Nieuwe Zijde, met elkander verbonden door den Grimburgwal en het Spui. De Nieuwe Zijds Voor- en Achterburgwallen zijn gedempt (de laatste heet nu Spuistraat), welk lot ook het Spui getroffen heeft, evenals de Martelaarsgracht, door welke deze beide Burgwallen het IJ bereikten.
De oudste kaart van de stad, die van Cornelis Anthonisz, toont ons haar, zooals zij er in 1544 uitzag, gesloten in een omwalling, gebouwd ongeveer 1480, welker grachten thans Geldersche Kade, Kloveniersburgwal en Singel heeten, met een „voorstad”, de Lastage, beoosten de eerstgenoemde gracht.
Na verschillende kleinere vergrootingen volgde ongeveer in het midden der 17de eeuw, de voornaamste, bestaande in den aanleg van de groote grachtengordels, met vele kruisende kleine grachten en straten, het straten- en grachtencomplex van den Jordaan, de Plantage, alles omgeven door een ommuring met zes en twintig bolwerken en vijf groote, benevens eenige kleinere poorten, een gracht daar achter (de Lijnbaansgracht) en een er voor, de Buitensingelgracht, welker beloop thans heet Maurits-kade, Stadhouderskade en Nassaukade.
Dit is wat wij noemen de Oude Stad.
Zoo bleef zij van het midden der 17de tot in de tweede helft der 19de eeuw. Eenige „voorsteden” waren in den loop der jaren ontstaan. Groote groepen windmolens, die de beweegkracht voor allerlei takken van bedrijf leverden, bevonden zich buiten de Raam- en Zaagpoortjes — dus de wijk tusschen den Haarlemmerweg en de Jacob van Lennepkade, toen een
7