Amsterdam, die groote stad

INLEIDING

A

X -V. msterdam heeft over de belangstelling van schrijvers niet te klagen. Uit zeer verschillende gezichtshoeken hebben zij Amsterdam gezien. Zij hebben zijn geschiedenis te boek gesteld; zij hebben aan de hoofdstad economische, sociologische en demografische studies gewijd; zij hebben de lotgevallen van Amsterdamsche instellingen en bedrijven beschreven. In monographieën hebben zij zijn haven, handel, nijverheid en bankwezen behandeld. Zij hebben de aandacht gevraagd voor zijn architectuur, de plaats, welke de stad in het openbare leven, de wetenschap, de kunst inneemt.

Aan deze lange reeks boeken en studies heeft Dr. Henri Polak een nieuw werk toegevoegd, waarin de veranderingen worden beschreven, die Amsterdam en zijn bevolking in den loop van de negentiende en twintigste eeuw hebben ondergaan, toen het zich van een pro-vincie-stad, die het was geworden, tot een groote stad ontwikkelde. De schrijver heeft deze veranderingen voor een groot deel zien geschieden; dit geeft aan zijn werk levendigheid en bekoring. Een beschouwer, een schrijver is aan het woord, die zijn onderwerp met groote liefde behandelt; hij verheugt zich over het schoone, dat werd gespaard of tot stand gebracht; hij betreurt, dat zooveel schoons en merkwaardigs verloren ging. Hij wekt op, Amsterdam te leeren kennen. Telkens blijkt, welke groote liefde Dr. Polak aan Amsterdam toedraagt.

Dit oer-Amsterdamsche boek is geschreven uit liefde voor Amsterdam. Daarom schrijf ik er èn als Amsterdammer, wien door het lezen van dit boek vele herinneringen werden verlevendigd, èn als Burgemeester van Amsterdam gaarne een woord van inleiding bij.

AMSTERDAM, 19 September 1936.     /

Burgemeester van Amsterdam.