Amsterdam, die groote stad

Titel
Amsterdam, die groote stad

Jaar
1936

Druk
1936

Overig
1ed 1936

Pagina's
353



Ook had Koning Lodewijk Napoleon daartoe mede een voorstel gedaan, dog dit was verschoven; en in 1808 had de Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem volgens deszelfs 4de D. iste stuk, eene prijsvraag daarover uitgeschreven, welke door I. Blanken, Inspecteur over de Waterstaat, beantwoord was. Van dit alles was niets gekomen, tot in het jaar 1828, toen men volgens besluit van Z. Majesteit den Koning (Willem I), met de bedijking begon en dezelve in i83(?) volvoerde.

Het IJ werd door zware schutsluisen tegengehouden, als daar zijn de Scharbiersluis (voor den Kadijk), de Kraansluis, de Nieuwenbrug, Haarlemmer- en Eenhoornsluis en de sluizen in de Nieuwen Dijk.

De tweede, de Amstel, deze neemt drie uren van de stad zijn aanvang en loopt door de stad, wordende door den Dam van het IJ afgescheiden en word mede gestuit door de groote Amstelsluis en de St. Anthoniessluis. Het water zowel in ’t IJ als in den Amstel is niet drinkbaar, maar door de vermenging met zeewater brak.

Tweemaal is echter zoet water in de Amstel geweest, in 1672, toen den Lekdijk op last van Lodewijk de 14 doorgestoken was en de Noordhol-Ianders zoet water voor de St. Anthoniessluis haalden, en 2de, in Januari 1795, door de inundatiën, zijnde het toen tusschen de Amstelschut- en Hoogesluis mede zoet.”

De beteekenis van deze sluizen, die alle nog aanwezig zijn, verdween, toen de Oranjesluis gebouwd en het van sluizen voorziene Noordzeekanaal aangelegd werd. Desondanks werd het vrijwel ter zelfder tijd, door den aanleg van den spoordijk in het IJ, geschapen Oosterdok van een sluis voorzien, die eenige jaren geleden werd opgeruimd.

„In 1701 werd de stad verdeeld in 60 wijken en deze verdeeling bestond in 1835 nog. Bovendien waren er 5 buitenwijken, te weten: „1. Rustenburger Pad; 2. Mennonitenpad aan de molen De Vink; 3. Singel bij de Pestsloot; 4. Eerste Zaagpad, molen het Heiblok; 5. Hogendijk bij de Stads Zaagmolens.”

Uit deze wijken werden verschillende groepeeringen gevormd, ten dienste van: 1. de Burger Compagniën (schutterij); 2. de brandspuiten; 3. de nachtwachts; 4. de lantarens; 5. de kerkelijke besturen; 6. de stads krank-bezoekers; 7. den dienst der armen; 8. voor de begrafenissen; 9. „om de zieken onder de Armen te hulp te komen,” voor welk doel er „Stads Doctoren” en „Stads Chirurgijns” waren, zijnde de laatstgenoemden ook belast met „het werk der Vaccine of Inenting.”

Bovendien was de stad verdeeld in districten ten dienste van de directe

55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.