Amsterdam, die groote stad

Titel
Amsterdam, die groote stad

Jaar
1936

Druk
1936

Overig
1ed 1936

Pagina's
353



en in de Nes in het verleden, die op de Nieuwmarkt in latere dagen. Het ging er levendig en vroolijk toe. Maar das Alte stiirzt en niemand kan het schoren.

10. Een min of meer officieuze vischmarkt werd gehouden in en op de Leprozengracht, bij de brug voor de Vlooienburgersteeg (thans Hout-koopersdwarsstraat). De gracht is gedempt en maakt deel uit van ïiiet Waterlooplein. De visch werd daar, evenals aan den steiger van de groote Vischmarkt, aangevoerd in schuitjes. Deze vaartuigen waren half gevuld met zeewater, waarin de visch; haaks op de roeibank lag een plank, op welke een jonkman wijdbeens stond en de plank liet op en neer wippen, waardoor het water in golvende beweging en de visch levend gehouden werd — want de Joden, die hier vrijwel de eenige afnemers waren, koopen geen doode visch. De beoefenaren van dit eigenaardige beroep werden hobbelstudenten genoemd.

Toen de gracht werd gedempt, verdween deze markt. Maar er is toch iets van gebleven: in de zooeven genoemde steeg wordt nog altijd, zij het op bescheiden schaal, visch verhandeld. Vele oude dingen hebben een taai leven.

Er werd alom in de stad aal gevent. Hier ontbrak het Joodsche element, want het eten van aal is den Joden verboden. Maar het was er daarom niet minder levendig. Want de koopvrouwen waren zeer merkwaardige typen, waardige evenknieën van Madame Angot, die, zooals het lied uit de operette ons leert, forte en gueule was. Moge de marchande de marêe, die de koningin was van de halle de poissons, vlot en vaardig zijn geweest in het hanteeren van het Parijsche argot, onze Amsterdamsche aalvrouwen waren het niet minder in hetgeen de provincialen „Hoog-Haarlemmer-dijksch” noemen — een uitdrukking, die een Amsterdammer nooit gebruikt. De debatten over de prijsvorming waren dan ook van een a ard om een dialectkundige te doen watertanden. Een ongeloofelijk en onuitputtelijk vocabulaire van krachttermen kwam er aan te pas — en het overtrof alles, dat men zich op dit stuk kan voorstellen, als het tot onderling krakeel kwam. Uiteraard waren de vrouwen zeer bedreven in het levend villen der alen, waaromtrent een harer opmerkte, toen iemand zeide, dat het toch wel vreeselijk was: „Och nee, hoor, daar binne die beeste an gewend.” Wat ook veranderd moge zijn, de alen worden nog altijd levend gestroopt.

11. De Vee- en paardenmarkten kenmerkten zich niet door bijzondere Amsterdamsche eigenaardigheden. Het ging er toe als overal elders: aanprijzen en geringschatten, loven en bieden, eindelooze handslagen en ge-


44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.