Amsterdam, die groote stad

Titel
Amsterdam, die groote stad

Jaar
1936

Druk
1936

Overig
1ed 1936

Pagina's
353



behalve de alomtegenwoordige vruchten en de onvermijdelijke „geringe eetwaren”, is er letterlijk van alles te vinden en daarbij zeer veel, ver-keerende in alle graden van ouderdom en versletenheid. Dit is echter geenszins het verwonderlijkste. Want afgedragen kleedingstukken, versleten doch opgelapte laarzen, aftandsch huisraad, kunnen nog diensten bewijzen, zijn in zekere mate en voor beperkten tijd nog bruikbaar. Maar men vindt hier uitstallingen van brokstukken en fragmenten, onherstelbaar gebroken voorwerpen, geëmailleerde naambordjes, verroeste en voor geen enkel doel bruikbare ijzerwaren, verwrongen en verfomfaaide onderdeden van allerlei machines, versleten fiets- en autobanden, de onmogelijkste en jammerlijkste restanten van de denkbaarste en ondenkbaarste dingen. Het is een raadsel, hoe en vanwaar dit alles wordt bijeengebracht; maar het is nog veel grooter raadsel, wat de koopers van al dit afval met den rommel uitvoeren. Want koopers moeten er wezen, zijn er ook; deze rampzalige overblijfselen van hetgeen eenmaal gebruiksvoorwerpen zijn geweest, zouden immers niet worden aangeboden, indien er geen afnemers waren. Het feit, dat blijkbaar zeer velen genoodzaakt zijn zich van zulke voddenkraam te bedienen, werpt een eigenaardig licht op maatschappelijke toestanden, van welke velen het bestaan niet vermoeden. Overigens is deze markt wat men schilderachtig noemt.

Voorheen was deze buurt, eenmaal, en ten deele nog, hoofdverblijf van het Joodsche proletariaat, nog veel „schilderachtiger”. Toen waren daar nog Marken (de Valkenburgerstraat), de Uilenburgerstraat en de Batavierstraat, met hun gangen, sloppen en inpandige nesten, met de stegen, die er van de Jodenbreestraat heen leidden. Daar stonden de hooge, scheeve huizen, met houten en steenen stoepen, hals- en klokgevels, gevelsteenen, in alle graden, doch meestal in ver gevorderden staat van. verval, onoogelijk, verveloos, vuil, melaatsch. Daar „stroomde”, en „stroomt” nog, het gore water van de Markensgracht (Houtkoopersburgwal), waarin de faecaliën-emmers, die dienst deden als W. C., werden uitgestort. Daar wemelde het van groenten-, visch- en andere stalletjes, welker afval de straten bedekte. Daar leefde en krioelde het volk der venters en marktmenschen van allerlei aard.

Het Gemeentebestuur heeft er schoon schip gemaakt. De meeste oude, wrakke kavaljes werden afgebroken. Uilenburgerstraat en Batavierstraat werden tot één breeden verkeersweg herschapen. De Valkenburgerstraat werd verbreed en verruimd. Een groot deel van de bevolking verhuisde naar nieuwe stadswijken, meestal naar Oost, paradijzen in vergelijking met hetgeen zij verlaten hadden.


42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.