Amsterdam, die groote stad

men er weinig anders dan geraniums (Pelargonium zonale), reseda en maandrozen, alsmede vingerplanten (Aralia, syn. Fatsia Japonica), spik-kelblad (Aucuba Japonica), fuchsia’s en een enkele maal het pantoffel-plantje (Calceolaria hybrida). Tegenwoordig vindt men er om zoo te zeggen alles, dat tot sier van kamer, bloemenrekje, dakplat of tuin kan strekken, van dotterbloemen en meizoentjes tot standelkruiden en cacteeën, alsook teelaarde, zaden, heesters en tuingerei. Zelfs in den winter kan men er terecht, niet alleen voor tot kerstboomen bestemde sparren, doch ook voor kamer- en andere planten, die in het koude jaargetijde binnenshuis, doch ook wel die buiten bloeien.

De Brusselsche bloemenmarkt is terecht vermaard. Het oude Stadhuis, het Broodhuis en de overige echte en namaak oude gebouwen vormen een prachtige lijst om de frissche, kleurige koopwaar, de flamboyante parasols boven de uitstallingen en de bedrijvige verkoopsters. Maar niet minder mooi is de Amsterdamsche, zooals zij zich uitstrekt langs de oude gracht, waarin de schuitjes, die van Aalsmeer en elders de planten en de bloemen brachten, met de oude huizen op den achtergrond en den Munttoren als hoofd-accent. De parasols ontbreken, maar veel mooier zijn de oude iepen, die hier blad en bloem beschermen tegen den zonnebrand Voorheen vonden velen een bestaantje in het naar huis brengen van de gekochte planten. Want het is nog niet zeer lang geleden, dat er in de geheele stad slechts twee of drie bloemenwinkels waren. Men zegde toen niet zoo veel en zoo vaak met bloemen als tegenwoordig. Dus togen ook de gezeten en de deftige lieden ter markt als zij bloemen of planien begeerden. Maar zelf transporteerden zij hunne aankoopen niet; dit droegen zij op aan de daartoe beschikbare, van mand en draagriem voorziene mannen. En zoo was het, dat men op de marktdagen, op alle uren van den dag, vrijwel geen straat of gracht zag, zonder bloemen-con-vooyen. Dit attribuut is zoo niet geheel, dan toch nagenoeg verdwenen. Maar de markt zelf is gelukkig bewaard gebleven, in het hartje van de stad, en niet, zooals eens in de bedoeling lag, verdreven naar een afgelegen buitenwijk. Het is te hopen dat het zoo moge blijven, dat het oude Amsterdam dit fleurige, geurige stukje levend verleden moge behouden.

6. De Nieuwmarkt is in het verleden een bijzonder mooi marktplein geweest en is het nog steeds, want nog altijd staat daar de i5de-eeuwsche St. Anthoniespoort, die met zijn zware torens het plein beheerscht. Fraaier achtergrond voor de talrijke, van linnen daken voorziene stalletjes kan men zich niet denken. Nog mooier zou het daar wezen, als de leelijke Vischmarkt werd afgebroken en het uitzicht op de Geldersche-

40