DE MARKTEN
F
Wvenals in alle groote steden was en is ook te Amsterdam het volksleven op den openbaren weg uitgebreid, veelsoortig en kleurrijk — te Amsterdam wellicht nog meer dan elders, dank zij vooral het betrekkelijk groote Joodsche gedeelte der bevolking. Doch ook zonder dit zou het Amsterdamsche straatleven merkwaardig genoeg zijn, getuige bij voorbeeld hetgeen Breeroo op dit stuk heeft vereeuwigd.
Als voorname elementen van het volksleven op straat mogen genoemd worden: i. de markten; 2. de venters; 3. de straatfiguren; 4. de muziekuitvoeringen, publieke vertooningen, optochten enz.; 5. de openbare middelen van vervoer; 6. de verrichtingen der openbare diensten.
Ten eerste dan de markten.
In een ander hoofdstuk komt de wijkmeester Meijer aan het woord en verhaalt daar, welke markten de hoofdstad bezat, ten tijde dat hij in een harer buurten het gemeentelijk gezag vertegenwoordigde. Toen schrijver dezes oud genoeg was om zich eenigermate rekenschap te kunnen geven van hetgeen zich aan hem vertoonde, waren vele van deze markten verdwenen. Er waren echter nog vrij vele in volle fleur, te weten:
1. de dagelijksche boekenmarkt op de Botermarkt (Rembrandtsplein);
2. de groote Maandagsche weekmarkt op hetzelfde plein;
3. de dagelijksche groentenmarkt op de Prinsengracht vóór denjordaan;
4. de dagelijksche appelenmarkt op het Singel.
5. de Maandagsche en Vrijdagsche bloemenmarkt op het Singel tusschen Vijzelstraat en Koningsplein, later tot aan de Beulingsluis;
6. de dagmarkt op de Nieuwmarkt, alwaar ook een Zaterdagavondmarkt werd gehouden;
7. de dagelijksche markt in tweede-handsch goederen op den Korten Zwanenburgwal;
8. de Zondagsche prullen-markt in de Joden Houttuinen;
35