van de schoonheid en het karakter der stad geweest. Het voorgeslacht heeft aanspraak op onze diepe erkentelijkheid, wijl het Amsterdam begiftigd heeft met zulke schatten van schoonheid, zulk een weelde van aantrekkelijkheid, dat de stad, ondanks alle schennis, die men aan haar heeft gepleegd, nog altijd een van de mooiste steden, voor iederen Amsterdammer en voor tallooze Nederlanders de mooiste stad ter wereld is.
34