burgwal); ’t Eiland (Varkens- of Roeterseiland, thans Valckenierstraat en Nieuwe Achtergracht).
Sommige van deze namen zijn oud-Amsterdamsche, door de Joden in eere gehouden; andere zijn eigen vinding. De beide korte einden straat tusschen de Rapenburgerstraat en den Houtkoopersburgwal, werden Eerste en Tweede Waaigat geheeten.
Tot diep in de negentiende eeuw woonden vrijwel alle Joden in hetgeen nu nog de Jodenbuurt wordt genoemd, met uitzondering van eenige rijke Portugeesche Israëlieten, die zich in patriciërshuizen op de deftige grachten gehuisvest hadden en van ettelijke onvermogende, die op de Prinsengracht, waar groentenmarkt werd gehouden, ten dienste van de Joodsche venters, die daar hun negotie inkochten, schaftkelders en eethuizen exploiteerden. In de tweede helft van de negentiende eeuw begon de verspreiding, die snel een vrij belangrijken omvang aanam, toen de nieuwe wijken buiten de Utrechtsche en de Muiderpoorten werden aangelegd. Doorbraken en verbreedingen droegen, behalve de dempingen, tot de verandering van het aspect der stad bij.
In de negentiende eeuw was de voornaamste wellicht de verandering van hetgeen nu Muntplein heet. Eertijds lag er tusschen Kalverstraat en Re-guliersbreestraat een vrij smalle brug. Tusschen Doelensluis en Singel bevond zich een enge straat, aan welke een rij huizen, de Engelsche Huizen genoemd, welker achtergevels in het water stonden. Deze huizen werden afgebroken en de brug Kalverstraat-Reguliersbreestraat verbreed tot hetgeen nu het Muntplein is.
Aan deze afbraak is een eigenaardige geschiedenis verbonden. Op den zijgevel van het laatste der Engelsche Huizen, tegenover den Munttoren, was een advertentie geschilderd van het toenmalige confectie-magazijn Oostmeijer, in de Kalverstraat. De heer Oostmeijer weigerde zijn recht als huurder van de muurvlakte prijs te geven en zoo geschiedde het dat midden op het nieuwe plein geruimen tijd een brok muur, waarop de reclame-schildering, bleef staan. Deze dwaze toestand had lang kunnen duren, doch een groepje studenten rammeide op een goeden nacht Oost-meijers muur in elkander en daarmede was het vraagstuk radicaal en definitief opgelost.
In de negentiende eeuw waren nog belangrijk de verbreedingen van Gasthuis- en Stilsteeg (Paleisstraat) en van de Halsteeg (Damstraat), benevens de doorbraak (en demping van de Warmoesgracht) tusschen Keizersgracht en N. Z. Voorburgwal, door welke de Raadhuisstraat ontstond. Gememoreerd dient ook te worden de verbreeding van de toenmalige
30