Amsterdam, die groote stad

Titel
Amsterdam, die groote stad

Jaar
1936

Druk
1936

Overig
1ed 1936

Pagina's
353



„Geene slooping of amotie van eenig gebouw, onder welken naam ook, binnen eene stad of andere plaats gelegen, zal, van nu af aan, mogen geschieden, vóór en aleer daartoe van den Burgemeester, of van het plaatselijk Bestuur der Gemeente, waaronder zoodanig gebouw behoort, expres consent zal zijn bekomen; wordende aan de plaatselijke Besturen respectievelijk het toestaan of weigeren van zoodanig consent, naar bevind van zaken, en zooals zij met het algemeen belang hunner gemeente neest overeenkomstig zullen vinden, bij deze overgelaten, behoudens niettemin, den weg van doleantie, aan de Staten der Provincie, voor hen, welke dch met de uitspraak van het plaatselijk Bestuur mogten bezwaard oordeelt n. ” Uit de considerans blijkt reeds, dat de vrees voor het verlies van belasting, als gevolg van slooping, een belangrijke overweging was voor het tot stand brengen van de wet. Uit de wetsartikelen zelf blijkt voorts, dat deze overweging de voornaamste was. Maar niettemin was ook de „ontluistering” door slooping een reden om de wet in het leven te roepen.

Zij heeft echter niet lang bestaan. Ware zij gehandhaafd gebleven, waarschijnlijk zouden vele gebouwen en huizen van kunstwaarde of historische beteekenis ons nog heden hebben verheugd. Het heeft niet zoo mogen zijn. Onmiddellijk nadat de wet buiten werking was gesteld, vielen vooral de plaatselijke besturen met felle woede de monumenten, die het voorgeslacht had gesticht, aan. Het is eenvoudig ongeloofelijk wat binnen we :ni-ge jaren alom in den lande werd vernield. Eenige jaren geleden organiseerde een kunstlievende vereeniging te Utrecht een tentoonstelling van afbeeldingen van hetgeen uitsluitend in de oude Bisschopsstad was er-nietigd. Degenen, die deze verzameling aanschouwden, zagen met ontsteltenis welke schatten in den loop der jaren aan domheid, verkeerd inzicht, aan vandalisme van allerlei aard waren opgeofferd.

Het is te Amsterdam niet zóó erg geweest als te Utrecht, maar toch erg genoeg, zooals uit hetgeen nu volgt zal blijken.

De wallen werden gesloopt. De Buitensingel werd „genormaliseerd,” hetgeen zeggen wil, dat de bolwerken werden afgegraven (waarmede tevens de nog overgebleven molens, op twee na, verdwenen) en met den loop der „gordijnen” (de eigenlijke muren) gelijk gemaakt, zoodat ontstond wat wij nu kennen als Nassaukade, Stadhouderskade en Mauritskade ter eene, als Marnixkade, Leidschekade, Nicolaas Witsenkade ter andere zijde. Van slechts twee bolwerken valt het beloop nog te zien, namelijk ter plaatse waar zich de kliniek (voormalig Ooglijdersgesticht) bevindt, tegenover het Weesperpoortstation (bolwerk Weesp) en bij de Rotterdammerburg. Van de molens bleef slechts één over, De Gooijer, thans eigende m

20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.