OVERZICHT VAN HET JOODSE HUWELIJKS- EN ECHTSCHEIDINGSRECHT
werd dit een jaar'93 als waarborg tegen turbatio sanguinis (onzekerheid omtrent het vaderschap).
Hoewel de wacht-periode in de Joodse wet minimaal bleef, is het in het belang van het kind verboden een zwangere vrouw te huwen of een zogende moeder tot het moment dat het kind 24 maanden oud is.1
D. Huwelijk met een onvruchtbare vrouw'2.
Er zijn ook opinies dat dit niet een grond tot echtscheiding is, en er zijn opinies dat de man gedwongen kan worden om van zijn vrouw te scheiden'3. Als de man weet dat zij niet meer vruchtbaar is, gelet op haar leeftijd, en desondanks met haar huwt dan kan het hem onder omstandigheden verboden worden zich van haar te scheiden.4
E. De vertegenwoordiger van de man die de get (scheidsbrief) overhandigt aan de vrouw mag na de scheiding niet met die vrouw huwen. Dit geldt ook voor de rechter die de scheiding behandelt.'9®
F. Een getrouwde man mag op grond van het verbod van Rabbenoe Gersjom geen tweede huwelijk aangaan. Doet hij dit toch, dan moet hij van zijn tweede vrouw scheiden. Onder uitzonderlijke omstandigheden is zo'n tweede huwelijk wel geldig.'99
80
1 S.A.E.H. 13:1.
2 Yad, Hilch. Isjoet 15:7,16.
3 S.A. E.H. 154:10, en comentaar daar.
4 Zie responsa van Rabbijn Jechiel Ja'acov Weinberg "SERIDEE ESH". Vol. III nr. 6 Uitgave Mossad HaRav Kook. Jerusalem 1977.