OVERZICHT VAN HET JOODSE HUWELIJKS- EN ECHTSCHEIDINGSRECHT
spreken en informeren over andere zaken. Daarom is hij ongeschikt en wordt hij als een sjotee beschouwd."
Yoseef Karo in de Kessef Misjne1®4 komt op basis van deze passage ook tot de conclusie dat er slechts voorbeelden worden genoemd.
In de rabbijnse literatuur is er dus geen exacte definitie. Ieder persoon moet individueel worden beoordeeld in iedere situatie.
Het vorenstaande betekent niet dat een huwelijk tussen sjotiem, hoewel halachisch non-existent, niet mogelijk is. Ook zo'n huwelijk kan gelukkig zijn en gezegend worden met (gezonde) kinderen.
Om een rechtshandeling rechtsgeldig te kunnen verrichten moet diegene in staat zijn te begrijpen welke handeling hij verricht en welke de (juridische) gevolgen van die handeling zijn. Dit moet ook kenbaar zijn aan de andere partij. Personen met een geestelijke stoornis (permanent of tijdelijk) kunnen niet rechtsgeldig dergelijke handelingen verrichten1.
In het Romeinse recht gold al:
"Furiosis licet uxorem ducere non possit, retinere tarnen matrimonium potest."
Omdat: quia non intelligit quid agat'2, hij niet begrijpt waarover het gaat.
In de Halacha geldt een zelfde regel, waarbij vaak in één adem de sjotee, de cheresj en de katana (zie ook B.i) worden genoemd, als personen die niet rechtsgeldig kidoesjien kunnen aangaan3.
Deze regel behoeft enige relativering. Zoals ik verder zal beschrijven, kan de kidoesjien van een cheresj onder omstandigheden wel geldig zijn. De reden van deze samenvoeging is waarschijnlijk, dat een sjotee iemand is die niet over volledige geestelijke capaciteit beschikt.4 Een minder
74
1 Hugo de Groot, Inleidinge, o.c. 63,1.5.4.
2 G.3.106.
3 S.A.E.H.44.
4 Ik zal niet alle legale aspecten behandelen maar mij beperken tot het aangaan van een huwelijk.