HUWELIJK
III.5.a.i.i.i.2 De vrouw
Het leven van de vrouw kan in drie perioden worden onderverdeeld, welke onderscheiding gevolgen heeft voor haar juridische status. Maimonides onderscheidt:1
"i. Een meisje wordt een minderjarige (ketanah) genoemd vanafhaar geboorte tot haar twaalfde jaar. Een kind (tinoket) dus.
2. Als bij haar na die leeftijd schaamharen gaan groeien wordt ze gedurende zes maanden een na'arah genoemd.
3. Na deze zes maanden wordt ze bogereth genoemd. Het verschil tussen een na'arah en een bogereth is dus zes maanden."
"De juridische gevolgen van dit onderscheid zijn als volgt: een vader mag zijn dochter, zonder haar instemming, uithuwelijken zolang zij minderjarig is en ook nog als zij een na'arah is... [...] ...en de rechten en opbrengsten van de kidoesjien gaan naar haar vader.
En hij is hiertoe gerechtigd tot zij meerderjarig is; dus de vader ontvangt het geld voor zijn dochters kidoesjien vanaf de dag van haar geboorte tot zij haar meerderjarigheid bereikt.
Als de dochter meerderjarig is geworden heeft de vader geen gezag meer over haar en kan ze, zoals alle andere vrouwen, slechts met haar toestemming kidoesjien aangaan. Ook als ze, als ze als minderjarige ten huwelijk is gegeven, weduwe wordt of van echt scheidt - ook als haar vader dan nog leeft - dan blijft ze onafhankelijk, ook als ze nog minderjarig is, want haar vader verliest zijn gezag als ze trouwt. Als ze als minderjarige kidoesjien aangaat zonder zijn toestemming, dan is deze kidoesjien ongeldig.'"2
Dus door het huwelijk wordt zij, evenals in het Nederlandse recht, handelingsbekwaam, ook als zij volgens haar kalender leeftijd nog minderjarig is.
Al in de periode van de Talmoed maken de chagamiem bezwaar tegen deze wijze van uithuwelijken door de vader:3
"R. Joeda zei in de naam van Rav: een man mag zijn minderjarige dochter niet ten huwelijk geven [maar hij moet wachten] tot ze meerderjarig wordt en zegt: "Ik wil die of die..."."
69
1 Yad, Hilch. Isjoet 2:1.
2 Yad, Hilch. Isjoet 3:11-13.
3 bKidd. 41a.