OVERZICHT VAN HET JOODSE HUWELIJKS- EN ECHTSCHEIDINGSRECHT
niet-Joden te trouwen en degenen die terugkeerden naar Jerusalem uit de Babylonische ballingschap moesten van hun niet-Joodse vrouw scheiden1.
Tijdens de Emancipatie van de Joden, hetgeen de opheffing van de autonomie van de Joodse gemeenten betekende ook ten aanzien van huwelijk en echtscheiding, namen in de periode van de Verlichting de seculiere regeringen de jurisdictie betreffende huwelijk en echtscheidingen over van de religieuze autoriteiten. Burgerlijke huwelijken en echtscheidingen vormden zo een bedreiging voor de huwelijkssluitingen overeenkomstig zowel het canonieke als het Joodse recht. Joden die leven in een staat waarin de scheiding van Kerk en Staat de regel is, moeten zich wel confirmeren aan de regels van die staat. In hoofdstuk VI, handelende over de halachische status en/of erkenning van civiele huwelijken en echtscheidingen zal ik hierop nader ingaan.
III.4 Het Sacrale Kenmerk
Het sacrale aspect van het huwelijk wil niet zeggen dat het instituut -zoals in de katholieke leer wordt gesteld - een 'sacrament' is d.w.z. een G'ddelijke instelling, in essentie zondig maar door de G'ddelijke genade gezuiverd en slechts door de dood ontbindbaar. Dus als de partners een verkeerde keus hebben gemaakt dan moeten ze lijden als een verplichting aan G'd.
In het Jodendom wordt er totaal anders tegen een huwelijk aangekeken; het is een door mensen ingericht instituut, zonder zonden2 en zonder G'ddelijke interventie en mocht het onverhoopt misgaan dan is echtscheiding, met wederzijds goedvinden, mogelijk.
62
1 Ezra 9 en 10, Nechemia 13:13-30. Uit de verdere tekst blijkt dat deze regel meer norm dan praktijk was.
2 Het huwelijk neemt zelfs de zonden weg (zie Mageen Avraham op S.A. O.H. 573:2). En zoals hiervoor al beschreven (Pagina 60) staat G'd niet alleen het huwelijk toe, Hij is Zelf gaarne bij de bruiloft aanwezig.