Joods huwelijks- en echtscheidingsrecht

Titel
Joods huwelijks- en echtscheidingsrecht

Jaar
2002

Druk
1994

Overig
1ed 1994

Pagina's
249



OVERZICHT VAN HET JOODSE HUWELIJKS- EN ECHTSCHEIDINGSRECHT

Rabbijn Gamliel de Oudere had bepaald dat een eenmaal door een vertegenwoordiger uit te brengen scheidsbrief niet kan worden herroepen, niet ten aanzien van die vertegenwoordiger. Deze bepaling staat haaks op de tekst van de Bijbel. Maar zonder deze bepaling zou een vrouw, die zo een get in ontvangst neemt, zich gescheiden acht en hertrouwt, in geval van herroeping door de man een bigamiste zijn en de kinderen uit zo'n huwelijk "mamzeriem". De takkana van R. Gamliel de Oudere wilde dit voorkomen en baseerde zijn regeling onder andere op het principe van "tikoen olam" (verbetering van de wereld).

De bevoegdheid van de chagamiem om een huwelijk retroactief ongeldig te verklaren, berust op hun bevoegdheid om goederen te onteigenen1. Door het geld bij de huwelijksovereenkomst te onteigenen is er geen rechtsgeldig huwelijk gesloten. In de Talmoed wordt dan de voor de hand liggende vraag gesteld: "Wat als het huwelijk door bijslaap is gesloten?". Deze vraag wordt afgedaan met de opmerking dat zo een verbintenis gelijk is aan ontucht.2

De bevoegdheid om een huwelijk te annuleren, wordt ook gebruikt indien de echtscheiding afhankelijk wordt gemaakt van onmogelijke voorwaarden, van overmacht. Normaal gesproken is overmacht een situatie waarin men is ontslagen van bepaalde verplichtingen3 en hadden de rabbijnen deze voorwaarden buiten effect kunnen stellen, maar men koos ervoor om het huwelijk te annuleren4

De periode van de redactie van de Talmoed wordt aangeduid als de periode van de Amora'iem en de Sabora'iem.

De Babylonische Talmoed is uitgebreider en gezaghebbender dan de Palestijnse Talmoed. Ook was de Babylonische Talmoed eerder bekend in het Westen.

Een citaat uit de Babylonische Talmoed wordt aangeduid met 'TB'of 'b'. Bijvoorbeeld bSanh. 23a verwijst naar het tractaat Sanhedrin folio 23

20

 In de Yerushalmi wordt een andere opvatting genoemd, waarop wij nog nader zullen ingaan in deel II over de Agoena ("geketende vrouw").

 bGitt. 33a.

 b Ket. 3a.

 bGitt 73a. Zie ook Chanina Ben-Menachem: "Judicial deviation in Talmudic Law, governed by men, not by rules". Boston. Harwood Academic Publishers 1991 en M. Elon, Jewish Law, 1994, pp. 631-642.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.