GRACHTJE.
Boomen in lentedos Pralen aan gracht,
Pas gingen knoppen los Jong-groene pracht.
Spiegelend wonder-mooi Zich in het vlak,
Fijn-lijne boomentooi Taltoos getak.
Bruggetje, oud van steen,
Doet er zoo goed,
Staat er zoo heel alleen,
Mos aan den voet.
Huizen zoo stroef en stil — Goud is hun top,
Zien in gerimpel-tril Zich op hun kop.
Straaltje van zon-gespeel Valt in de vaart,
Vogeltjes joelgekweel Klinkert en klaart.
Blaadjes waar wind door zong
Dansen zoo boud--
Grachtje, wat doe je jong,
Wat ben je oud!