PENNELIKKER.
Z’n hals gesmoord In pantser-boord,
Bewaart het hoofd voor zwikken. Kan heel charmant,
Met stok in hand,
De straatsteentjes betikken.
Zijn hoofd ook hol;
Zijn hoed is bol,
En . . . is ’t er geen pientje ?
Die copieist,
Niet zuinig is 't —
Ontvangt per maand een tientje!