LAKEI.
Zijn pak getrest,
Een bloed-rood vest,
Een opgeblazen facie.
Zijn neus vooruit —
Die hondenspruit
Acht zich zoowaar een baasie.
Zijn rug gekromd,
Als meester komt Vol eerbied is zijn beven. Zoo’n trouwe booi,
Voor flinke fooi Verpatst-ie ziel en leven!