Tintelingen

Titel
Tintelingen

Jaar
1922

Pagina's
71



De oude baas was heengegaan,

De jonge nam de zaken.

Die sprak: „Het is nu mooi, kom aan Ik zal schoon schip gaan maken.”

Hij monsterde de heele ploeg,

Een oudje stond te beven.

„Mij dunkt,” zei baas, jij hebt genoeg Gewerkt van je leven.

„Jij moet een beetje rusten gaan,

Daar zal je op van knappen,

Hè, ouwe man, dat staat je aan” — Zoo stond de baas te snappen.

Het oudje nam z’n bullen mee,

De baas gaf hem een pootje.

Nu rust de ouwe heel tevrêe —

Hij bedelt voor z’n broodje!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.