Tintelingen

Titel
Tintelingen

Jaar
1922

Pagina's
71



Wij gravers graven Keel den dag,

Van s morgens dat de zon ons zag Tot dat zij gaat ter ruste.

Wij staan gebogen op het land,

En gloeien in den zonne-brand En weten niet van rusten.

Wij graven met spa en scheppen met schop En smijten hoog de kluiten op En staan in kou te zweet en.

Wat worden onze lijven stram,

Die dag dan nooit een einde nam ?

We snakken naar de keeten.

Wij graven en slaven aan polder en dijk, Wij plassen en stappen in modder en slijk En graven ons eigen kuilen.

Wij graven tot wij zijn verbruikt,

Totdat de Dood onz’ oogen luikt,

W’ in laatste groeve schuilen .. .

/


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.