Tintelingen

Titel
Tintelingen

Jaar
1922

Pagina's
71



Het was nog wat vroeg,

Maar de zon was al op,

Het weertje dat was er zoo mooi. Wat vedertjes droeg En geluid in de krop Kwam zingend uit nest en uit kooi.

Een droomende knaap Kwam z’n kamertje uit,

En kreeg er een zoen van de zon,

En weg was zijn slaap En met vroolijke fluit Bezong-ie het moois wat-ie kon.

Hij zong er een wijsje Van wei en van gras,

Van kleurige, fleurige dingen.

Hij zong als een sijsje Dat, blijde, al was

Voor broedende gaai aan het zingen.

Zoo floot hij er lustig .Zijn liedeke uit,

Zoo lustig van hart en van zinnen. En werd toen heel rustig En borg zijn fluit . . .

En liep een fabrieks-poorte binnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.