X
51) Door G15 personen. Bijdragen van ƒ 500 en hooger werden gegeven door Isaac ue Pinto en Zoon (ƒ 1200), Isaac Israël Suasso (ƒ600), Isaac Abraham Israël Ostense (van Ostende?) en Salomo Salom (ieder ƒ 600), Mozes Ouwel (ƒ 5G0) en Jacob »e Pinto (/ 500). Cbacham Isaac Aboab on gezin luidden ƒ 100 bijgedragen.
Volgens HS. Franco Men des bedroeg het <-indc(ji’er ƒ 40,190:0, volgens een ander handschrift (zonder titel) ƒ 39,440:10.
52) Dat Elias Bouman de architect geweest is van dit gebouw, dat vroeger wei eens bij de zeven wonderen der wereld gevoegd werd en nog de aandacht van kenners trekt, wordt in I1S. Feanco Mendes on ook in het onderschrift van do groote plaat der Synagoge door Komeïn de Hooghe medegedeeld. Zonderling, dat De Bareios, die ten tijde van don bouw leefde, alsook David de Casteo Tartaz, in zijne vrij uitvoerige voorrede tot de gedrukte verzameling predikatiën bij de inwijding, er volstrekt niet van gewagen. — Zonderling ook, dat noch in de Beschrijving van Amsterdam door Domselaar, Comuelin of Wagenaar, noch in de werken over Xederlandsclie kunstenaars en bouwkundigen, als die van Houbraken, Immerzeel, Kbamm enz., deze naam te vindon is. Geen onzer Amsterdamsche architecten, wien ik de vraag deed, kon voldoende antwoorden, wie die Elias Bouman geweest is. En toch moet hij een groot man geweest zijn en vooraf racer geleverd hebben. Met zulk een kunststuk debuteert men toch niet! Volgens do traditie zon Jacob van Campen, de bouwheer van het tegenwoordige paleis alhier, de architect dor Synagoge geweest zijn; maar deze was reeds lang overleden. En ook Romein de Hoocue, die gedurende den bouw leefde en zelfs de inwijding schijnt bjjgewoónd te hebben,’ zal toch niet hebben gefaald. Diens getuigenis is dan ook voor ons beslissend en, wat meer zegt, een Elias Bouman was, zooals uit de rekeningen van den bouw (zie later) bljjkt, aan dat werk verbonden.
Wij voegen hier nog bij wat wij door welwillende mededeel ing van den lieer Stadsarchivaris Dr. P. Scheltema omtrent Elias Bouman vernamen.
In het Poorterloek X°. 2 leest men:
„23 September 1G59. Elias Bouman van Amsterdam, Mr. Metsclacr, heeft sijn poorter-eod gedaen ende den Hoeren Thrcsorieren 't cleyu poorter-gelt betaelt.’’
Het 7e deel van het Resolutieboek van Thesaurieren bevat sub 12 April 1681, fol. 15 verso, de volgende aantockening:
„Elias Bouman is aangesteld tot Stads Mr. Metselaar in de plaats van Jan Willemsz Crabbendam, die overleden is, op de instructie ende verdere resolutien rakende het voorzegde ambt genomen onde op een tractemcnt van acht honderd guldens jaarlijks, hoven vrje woninge in des Stads huys in de metscltuin, des, dat hy gehouden zal zijn de