1675-1875. De Synagoge der Portugeesch-Israelietische Gemeente te Amsterdam

IX

hoer IIijma.ns behoort, clic ons zijne grondbrieven welwillend ter inzage verstrekte; ten andere uit eeno plaat, uitgegeven door Pietek Persoij en die bij aandachtige beschouwing nog geheel het beeld van het tegenwoordige gebouw De Herschepping vertoont en tot opschrift heeft: „geweesene kerk der Joden." Dit gebouw nu was inderdaad de voormalige Synagoge Beth-Jisrael. Immers in het in den tekst medegedeelde Rapport wordt in het plan tot verbouwing der Synagoge („de tegenwoordige Synagoge”) gesproken van een belandenden gang cn daarnaast staand huis. Nu is de situatie van het gebouw De Herschepping alsnog juist zóó. Dit blijkt uit de hier volgende situatieschets.

Ook wordt er in dat rapport gezegd ('2c plan), dat, bij aankoop der zeven pcrceelen, tot aan den hoek, eene verbreeding van 44 voet zou verkregen wonden. Welnu, van de Herschepping tot aan don hoek der Vlooicnburgcrsteeg heeft men bjj uitmeting juist ongeveer deze breedte.

2°. Pikt er Persoï was een tijdgenoot van Romeyn de IIoooiie en leefde gedurende en na den bouw der tegenwoordige Synagoge. Spreekt deze nu op de door hem uitgegeven plaat van de „g e w e Cs e n e kerk der Joden", dan moet lijj klaarblijkelijk bedoeld hebben de Synagoge, die de tegenwoordige onmiddellijk voorafging, namelijk die tot 1075 bestond, niet de vroegere, die roods in 1039 ophield Synagoge te zijn. En daar nu die „geweesene kerk" het gebouw De Herschepping voorstelt, moet dit gebouw de Synagoge BHh-Jisrael en niet Newe/i-Sjalom geweest zya.

50) Zooals uit de boeken der Gemeente blijkt, waren Parnassim aanvankelijk voornemens het reeds bestaande gebouw te vergrooten. Hij besluit van 11 December van genoemd jaar kwamen zjj echter daarvan terug en werd besloten aan het voorstel der Commissie uitvoering te geven.