1675-1875. De Synagoge der Portugeesch-Israelietische Gemeente te Amsterdam

Doorluchtige Pamielje, had men voor de Boeken Moses-Kassen geplaatst twee stoelen (Cauapé’s gewijs gemaakt) die men op sokerc Hoogtijd gebruikt, namentlijk wanneer men eindigd met de Boeken Moses en dcselvo wederom begint. Vervolgens waren in de Synagoge alle de Krooncn opgestoken. De Heeren Parnassims in hunne Vergaderplaats gereed staande, om het Vorstelijk Gezelschap op te wachten, kwamen hunne Doorl. en Koningl. Hoogheden tusschen 7 en half 8 uurcn, vergezeld van den Heer Hoofd-Oflicior, en verscheiden andere Heeren van de Kegcering, dewelke door de Parnassins gerecipieerd, en door de grooto deur van de Synagoge naar binnen, op de zitplaats, tut dien einde vervaardigd, geleid wierden. De Gemeente beschouwde het binnentreden der vorstelijke Persoonen, met bewijzen van liefde en blijdschap, en in Hen allen zegen toe te wonschen. Zodra de Vorstelijke Famielje gezeten was, gaf de President aan den Voorzanger een teken, die daarop het gewoon Formulicr-Gebed deed, dat door de Gemeente met een luidruchtig en eenparig Amen beantwoord werd. Dit geëindigd zijnde, deed men oen afzonderlijk Gebed, voor den Voorspoed en ’t Heil van den Grooten Frederik, Neerlands Verlosser. — Ha ’t eindigen van doeze twee Gebeden, begaf sig de Doorluchtige Erf-Stadhouderlijke Famielje naar de Boeken Moses Kassen, om aldaar het merkwaardige van te bezichtigen. Hier naderde de Wel-Eerw. Heer David Acoheu d’ Azcvedo, Opper Itabiju der Natie, en sprak eeuen zegen uit over de Vorstelijke Persoonen en het Doorl. Huis, ’t geen zijn Doorl. Hoogheid zeer vriendelijk beantwoordde, voegende ’cr in do Hcbrccuwscho Taal, de ge-woonc Zcgenwensch der Joden bij: Vrede zij Uliedeu! —

Dit verricht zijnde, werd het Hof op dezelfde wijze als bij de aankomst uitgeleide gedaan. — Ongemeen groot was het gejuich bij ’t uit- en iugaan van Vivat Oranje, en lang leeve Prins Willem de Vijfde Ac. — De Heer David de Pinto, thans President van de Gemeente, had zig benevens alle zijne collega’s daar op toegelegd, om do Doorl. Famielje mot tekens van do uiterste distinctie te ontvangen, eu ’t is juist zeer gc-vallig, dat de Groot-Vader van den gemeldcn Heer President^ voorheen do eer genooten heeft, van op zijn Lustplaats Tul-