Aboab Ozorio, Jacob Israël Pereyra en Isaac Henriques Coutino.
Den 26sten Nov. van dit jaar bracht de commissie aan Parnassini het volgende rapport uit 48).«Amsterdam, 13 Kislew 5431 (26 Nov. 1670).
Bij deze doen wij u do verschillende plaatsen kennen, waarop do nieuwe Synagoge zou kunnen gebouwd worden, zoo mede dc eerste kosten daaraan verbonden. Gij kunt daaruit eene keuze doen en wij bidden God, dat Hij u in bet bereiken van uw doel moge- bijstaan.
De tegenwoordige Synagoge is 74 voet diep en 64 breed; hare waarde is ƒ 20,000. De gang en het huis daarnaast hebben bij dezelfde diepte eene breedte van 34 voet en vertegenwoordigen eene waarde van ƒ 10,000. Voegt men deze terreinen te zamen om daarop te bouwen, dan verkrijgt men eene breedte van 98 voet, maar met verlies van licht, omdat dan do gang verloren gaat. Ook is het, bij het gebrek aan plaatsruimte, dat reeds nu bestaat, te vreezen, dat zoodanige verbouwing binnen weinige jaren weder door eene nieuwe zou moeten gevolgd worden. De Commissie meent dus, u zoodanige verbouwing tegen een aanvankelijk bedrag van ƒ30,000 te moeten ontraden.
Ons tweede plan was, do Synagoge tot aan den hoek (der Vlooicnbnrgerstceg) te vergrooten en dan tot aan den gang te bouwen. Men zoude dan zeven perceelen moeten aankoo-pen, die van de eigenaren voor ƒ 36,000 te verkrijgen zijn, en daar deze perceelen te zamen 44 voeten breed zijn, zou men een front van 108 voet (dus 10 voet meer, dan bij hot eerste plan) kunnen verkrijgen. Ook dit plan, dat op een aanvankelijk bedrag van ƒ56,000 zou komen, meenen wij u om de geringe voordeclen niet te mogen aanbevelen 49).
Een derde plan: den gang en het belendende huis tn den bouw tot aan de Steeg op te nemen, zou wel genoegzame ruimte aanbieden, daar men dan op eene breedte van 142 bij 74 voet kan werken, maar men zou dan aanvankelijk f 66,000 moeten besteden, wat met het oog op den prijs, waarvoor men even