Een rest keert weer ....

Titel
Een rest keert weer ....

Jaar
1946

Overig
Aspecten van na-oorlogsch jodendom

Pagina's
90



gealliëerde oorlogvoering. Terwijl de Arabische wereld intrigeerde en saboteerde, zóó dat de troepen van het, in strijd met de condities van het mandaat haastiglijk tot „Koninkrijk” gebombardeerde Trans-Jordanië, wegens onbetrouwbaarheid moesten ontwapend worden toen de strijdkrachten van de as het Suez-kanaal naderden. Maar zij mochten wèl meeloopen in de Victory-parade...

De prijs die Israël aan den demon van het nationaal-socialismo heeft betaald, het nóg niet geleden leed, de dakloosheid en de onveiligheid van duizenden, de haat die als een giftig broedsel alom om ons rondsluipt, zou, in een volkengemeenschap die het recht handhaaft met denzelfden ijver waarmede zij er den mond van vol heeft, tot onafwijsbare en onaantastbare aanspraak moeten worden. Of zal de oude Psalmdichter gelijk krijgen met zijn somber: „Vertrouwt niet op vorsten, op het menschenkind niet, want bij hem is geen hulpe”?

Deze bittere toon sluit geen begrip uit voor de moeilijkheden waarmede het Britsche Rijk met betrekking tot Pa’estina te kampen heeft. Maar bij de beoordeeling daarvan wordt toch al te veel vergeten dat het hier zooals altijd, in de geschiedenis gelijk in het menschelijk leven, voor een belangrijk deel de vloek der booze daad is die zich wreekt. Hier presenteert zich de rekening van een vitium originis: Engelands noodlottige politiek om te trachten kooien en geiten te sparen — scheepsladingen kooien en kudden geiten — zooals het dat ook in de kritieke jaren 1933-1940 in de Europeesche politiek heeft gedaan. De politiek van de netjes opgerolde paraplu inplaats van den beslisten wil en de krachtige, durvende hand. Van den aanvang van het mandaat af heeft het Engelsche bestuur in Palestina zich slap en zwak getoond tegenover de eischen van de Arabieren: Brittania cunctatrix, het altijd te lang talmende Brittanje, dat het langs de lijn van den geringsten weerstand probeert op een accoordje te gooien. De Arabieren hebben vóór den tweeden wereldoorlog Engelands lakschheid en halfheid, zijn wankelmoedigheid en toegeeflijkheid leeren kennen,1) en handelen nu navenant; nu het Britsche imperium zooveel kwestbaarder is geworden, met dienovereenkomstige grootere vrijmoedigheid. En als toen. zich veilig voelend in de schaduw van — zoo niet stilzwijgend aangemoedigd door — een in zijn vooroordeelen vastgeschroefd, partijdig ambtenaren- en officierscorps. Resultaat: dat drie partijen met de gebakken peren zitten.

Maar om op ons-zelf terug te komen. En zijn er die schouder-

t) Een uitzondering op deze politiek maakte de bestuursperiode van den Hoogen Commissaris Lord Plumer (1925—1928), die met straffe hand — en met succes— de teugels strak hield. Het kin wel anders!

76

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.