Een rest keert weer ....

Titel
Een rest keert weer ....

Jaar
1946

Overig
Aspecten van na-oorlogsch jodendom

Pagina's
90



ook de gebedsteksten zelf, in het bijzonder die uit den na-klassie-ken tijd en dien der barok stammen, dikwijls bekorting behoeven, om onze Seder Tefilloth tot proporties terug te brengen, welke deze voor den hedendaagschen Jood en vooral voor hen die voor het Jodendom teruggewonnen moeten worden, acceptabel maken. Maar tevens biykt eruit dat we lang niet altijd onze toevlucht behoeven te nemen tot het coupeerpotiood en een beter resultaat krijgen zoo wij slechts terugkeeren naar den alleroudst-bewaarden tekst. Dat hiervoor speciale kennis van de historie en stylistiek der liturgie noodig is, gevoelig onderscheidingsvermogen en in niet mindere mate artistieke ontvankelijkheid, behoeft geen betoog. Wat echter dezen arbeid ten zeerste vergemakkelijkt is het feit dat wij deze oudste gebedsorde nagenoeg ongeschonden, in haar eenvoud en beknoptheid bewaard, kennen, dank zij de ontdekking, omstreeks de eeuwswisseling, van de „Geniza” — een „depót” van niet meer gebruikte Joodsche schrifturen en ritualia in Cairo. Deze oudste Siddoer is een vrucht van den bodem van Erets Israël: de gebedsorde die in de oudste Palestijnsche synagogen werd gebruikt, voor een belangrijk deel reeds in den tijd dat de Jeruzalemsche tempel nog bestond. En al is er, .in de ons aldus b,ekende Egyptische versie, niet onwaarschijnlijk het een en ander bijgekomen en in veranderd, dat doet nauwelijks af aan de weldadige soberheid, die scherp afsteekt bij de barokke overlading van het gebruikelijke gebedenboek dat in Babylonië uit zijn kracht groeide. Terugkeerend tot de Palestijnsche Tefilla betreden wij heiligen grond en het moet een inspireerende gewaarwording zijn ons in gebed en dankzegging weer te vereenzelvigen met de woorden en de rhythmen waarin, in overoude dagen, onze vaderen in het Joodsche land, hun harten tot God hebben geheven. Er schuilt iets in van het gevoel dat den profeet bezielde toen hij in;

Godsspraak verkondigde: „.....en Hij zal het hart van de vaderen

doen keeren naar de kinderen en het hart van de kinderen naar hun vaderen.” Ook dit is een weg terug.

In dit verband dient nog gewezen te worden op de Amida — middelpunt en hoogtepunt onzer gebedsorde, de „Tefilla”1) bij uitstek — in den Palestijnsche Siddoer. De vormgeving die ons vertrouwd is, de Babylonische, vertoont, ofschoon nog van een betrekkelijke soberheid, reeds een begin van de overlading der na-classiciteit. De Palestijnsche ’Amida daaraantegen is, hoewel de indeeling en structuur vrijwel geheel met de Babylonische correspondeeren, van een ontroerenden en indringenden eenvoiud die wel in de eerste plaats aan de veel kortere formuleeringerf

l) Tefilla beteekenc in het algemeen „gebed”, maar is tevens de aanduiding van het gebed* bij-uitnemendheid : het Hoofdgebed der achttien lofspreuken dat het centrale punt der gebedsorde vormt.

50

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.