Een rest keert weer ....

Titel
Een rest keert weer ....

Jaar
1946

Overig
Aspecten van na-oorlogsch jodendom

Pagina's
90



in dit opzicht en met betrekking tot andere punten, durven wij om practische redenen hier niet bepleiten, omdat zij een vrij langdurige studie en — internationaal — overleg tusschen ter zake kundigen, en bovendien een geheel nieuwe uitgave noodig zou maken, in de eerste plaats van de feestgebeden. Daarop te wachten zou elke hervorming op de lange baan schuiven. Wanneer dan ook, in het vervolg van dit hoofdstuk, vérstrekkende suggesties voor een radicale restauratie van de liturgie worden gegeven, wil dat niet zeggen dat de schrijver zich de vervulling van zijn wen-schen op korten termijn voorstelt. Maar daarom heeft het toch wel zijn nut om enkele perspectieven te openen die aanleiding kunnen worden tot vruchtbare deskundige gedachtenwisseling en dienstig zijn bij het ter hand nemen van direct mogelijke vernieuwingen.

Bij deze laatsten, evenals bij een hervorming in grooten stijl, moet, bij de keuze van wat behouden blijft en wat vervallen kan, een fijnzinnig afwegen naar schoonheidswaarde en de beteekenis van den religieuzen of historischen inhoud, het leidend beginsel zijn. En zoo vreemd als het lijken mag uit de pen van een „hervormer”: er kan ook aanleiding zijn om, spaarzaam en impro-viseerend, iets nieuw in te voeren dat wij noode missen en dat op een enkel gedrukt blaadje aan den synagogebezoeker kan worden verstrekt. Ik denk hierbij bijv. aan het majestueusa „Wejeëthajoe”, de evocatieve Messiaansche hymne voor de Hooge Feestdagen, die de hier te lande geijkte gebedsorde mist. De opname van dit visioen van een aardsche Civitas Dei, zou een kolossale verrijking zijn die, in dit tijdsgewricht vooral, ten zeerste tot het gemoed en de verbeelding spreken zou. De verleiding laat zich niet weerstaan om in dit verband een vertaling ervan af te drukken.

Eens zullen allen komen U te dienen, zij prijzen zegenend Uw Majesteit.

Dan zullen verre kusten Uw gerechtigheid verkonden en volken die U nimmer kenden zoeken U.

Tot aan der aarde einde klinkt Uw lof — één blijde juichkreet: Groot is God!

Die U verzaakten schamen zich hun waan, verwerpen beeld en schijngod die ze aanbaden, zij buigen allen, één van geest, het hoofd voor U — zoover de zon haar glans zendt wordt slechts Gij beleden.

Ze erkennen d’ Almacht van Uw heerschappij, zij bouwen d' aarde op als Uw oneindig Rijk, zij doen het booze hart tot U zich keeren, zij brengen dolenden hun inzicht bij; en voor Uw werken met ontzag bevangen betuigen zij Uw luister en verhevenheid.

In deemoed naad’ren zij het God’lijk Licht en huld’gen U met diadeem van heerlijkheid.

45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.