discrete bij het vaak wel zeer haveloos gemeentegezang, geweld aan, evenals trouwens de „concert-gazzen” met zijn achtergrond van bromstemmen-v'irtuositeit, die niets anders is dan een pseudo-orgel onder rabbinaal toezicht! Renaissance van een van stijlbegrip getuigend chazanoeth is een integreerend deel van de vernieuwing van den eeredienst; menschen met werkelijke muzikale eruditie hebben de humbug van Lewandowski-kitsch en Sirota-stunts onmiddellijk door en worden er door op de vlucht gejaagd. Zij zullen, hoe paradoxaal dat menigeen in de ooren mag klinken, veel meer worden bekoord door de innigheid en de eigenheid van den synagogalen muziek-stijl, het „spreekgezang”, gelijk men die bij den ouden baal tefilla1) vond, den in vervoering en ver-zonkenheid gegrepene, zoo onvergelijkelijk suggestief beschreven door de gebroeders Tharaud: „...un des vieux chantres d’lsraël, dont la gorge route des sanglots, ces artistes de la pleinteet du gémissement, ces rossignols de la douleur...” Maar die ook, in een stralend „Hakol Jodoecha”, den hoorder de pracht konden voor-tooveren van het telken dag nieuwen scheppingswonder, een luchtig schilderij van zingende engelen rondom Gods Troon in de Kedoe-sjath Jotser of een zonnige Lecha Dodi ais welkom aan de lieflijke Sabbathbruid.2)
We zijn een weinig afgedwaald, maar de noodzakelijkheid van vernieuwing, ook van de beoefening der synagogale muziek, benevens een opgespaarde ergernis van jaren, verontschuldige deze afdwaling. Om tot ons onderwerp terug te keeren: de „wijdings-dienst”. Kort voor den oorlog heeft men daarmede in Amsterdam geëxperimenteerd en, als ik mij goed herinner, lang niet zonder succes. En nog wel op Zondagmorgen! Waarom ook niet? We houden toch ook gewóne synagoge diensten op Zondag en reeds een zeer oude traditie heeft de Thora-lezing op de werkdagen niet versmaad zoo deze er zich slechts toe leende de menschen bij elkaar te krijgen. In ons Westersch galoeth komt voor dit doel bij uitstek de Zondag in aanmerking, of men dat nu ,plezierig vindt of niet. Een kwestie van opportuniteit, die toch waarlijk geen buiging hoeft te beteekenen naar de Christelijke Zondagsviering. Het Sabbath-probleem in de Diaspora is nu eenmaal een kwaal die zich niet met vrome wenschen laat heelen en waarvoor de eenige medicijn op Palestijnschen bodem wast.
Doch na een storm van protest uit den hoek van het onwennigste en starste conservatisme, is dit van durf getuigende initiatief der wijdingsdiensten na luttelijke weken bezweken. Tijdens den oorlog is het herhaald, toen echter niet principiëel maar uit harde nood-
0 Hier: iemand uit de gemeente, geen beroepsvoorzanger, die in het gebed voorgaat. 2) De Hebreeuwsche woorden zijn de namen van bekende liturgische fragmenten; uit de omschrijving blijkt hun inhoud.
43