Een rest keert weer ....

Titel
Een rest keert weer ....

Jaar
1946

Overig
Aspecten van na-oorlogsch jodendom

Pagina's
90



terrein vol doornen en distels zijn, waarop menige schermutseling — zoo het geen veldslag wordt! — zal worden geleverd. Men krijgt den indruk dat, zóó er al iets aan den synagogedienst zal worden gedokterd, de alpha en omega der liturgische wijsheid zal worden gezocht in bekoring. Maar als dit het eind dezer wijsheid is, komen we er gedecideerd niet. Natuurlijk moet er bekort worden. Vijftien jaar geleden sprak Meyer Premsela, in een Mizrachi-nummer, het klassiek-geworden woord van „de bedenkelijke lengte onzer „Seder Tefilloth”. *) Dat heeft toen een klein stormpje ontketend en de orthodoxe barometer is sindsdien nog niet heel ver in de richting van mooi weer gestegen.

Maar zelfs rigoreus bekorten kan, als er niet ook andere vernieuwingen komen, de menschen van den buitenkant en den zelfkant niet voor onzen eeredienst terugwinnen. Wil men ddórin slagen, dan zal men den moed moeten hebben tot differentiatie te besluiten. Deze menschen zijn voor een synagogendienst in zijn klassieke structuur vooralsnog volkomen ontoegankelijk; er leeft in hen daarvoor niet de innerlijke klankbodem, die slechts door een ermee-opgegroeid-zijn en een voldoende Joodsche en Hebreeuw-sche eruditie kan worden gevormd. Hèn zal men moeten probeeren te winnen door een liturgische bijeenkomst — in de synagoge, om hen voorzichtig het „naar-sjoel-gaan” te gewennen — een wijdings-uur, om het bij het voorloopig gebrek aan een andere passende benaming maar zoo te noemen. Een toespraak die met psychologisch begrip hun geestelijke verlangens en behoeften peilt, omlijst door strijlvol en kunstzinnig gezang (vooral niet de surrogaat-opera of Donkozakken virtuositeit die men in onze kringen abusievelijk voor synagogale „kunst” placht te verslijten!) van enkele stukken uit het schoonste en meest tot het gemoed sprekende van onzen onuit-puttelijken schat aan liturgisch bezit, waartoe de Heilige Schrift — Thora, Profeten en Psalmen — in de eerste plaats mag wordea gerekend. In het Hebreeuwsch: in hoeverre de landstaal in bescheiden mate te hulp geroepen zou kunnen worden, zullen wij later nog te sprake brengen.

De taak van den Chazan wordt in zulk een dienst volstrekt niet overbodig; het orgel is volstrekt geen conditio sine qua non. Schrijver dezes, wien het, gelijk de lezer reeds bemerkt zal hebben, aan vrijmoedigheid op het stuk van radicale vernieuwingen allerminst ontbreekt, is zelfs van meening dat dit instrument in den Joodschen eerecjienst niet of nauwelijks past en dit niet op theologische gronden, doch uitsluitend uit overwegingen van stijl. Aan de mu-z'ikale structuur van het klassieke chazanoeth — een al te zeer verwaarloosd cultuurgoed — doet het orgel, behalve misschien als

<) Gebedsorde.

42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.