Een rest keert weer ....

Titel
Een rest keert weer ....

Jaar
1946

Overig
Aspecten van na-oorlogsch jodendom

Pagina's
90



Om op de reformatie-pogingen van vóór den oorlog terug te komen. Een der oppergeestelijken wist geen intelligenter poging te doen om de jonge beweging den nek om te draaien dan haar te kwalificeeren als „een slecht soort Vrijzinnig Protestantisme met een posoel tallith1) om. Welke uitspraak overigens alleen opnieuw bewijst dat woorden dit met noten gemeen hebben, dat men er dikwijls leege doppen onder vindt die alleen maar van buiten op noten lijken. En overigens een ontstellend gebrek aan begrip, bij een geestelijk leider onvergeeflijk, voor den diepen religieuzen ernst die in het Vrijzinnig Protestantisme wordt aangetroffen en die ons waarlijk in veel opzichten tot voorbeeld kan zijn bij veel klakkeloos gebrabbel en gedachtenlooze celebrantie. De liefde-looze, astrante houding der geestelijkheid werd beheerscht door onwennigheid, gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef voor de problemen der zoekende harten en, vergeef ons het woord, dom conservatisme.

Maar er school ook veel nihilisme van „geestelijke naaktloopers” in het verzet. Want de strijdbaarste bondgenooten van de geestelijke voormannen vond men onder de „administratieve leiders” van het heilig-gesproken Kerkgenootschap, de „parnoosiem-plutocra-tie”2) die er zelf „niet aan deed”. Hetgeen het verschijnen niet belette van een gezamenlijk vlugschrift van hun niet-kosjer etende en niet de synagoge bezoekende kopstukken onder den vermake-lijken titel: „Wij blijven trouw aan ons oude iJodendom”, wat vermoedelijk moest worden verstaan als: „aan het Jodendom van onze kosjer-etenden en sjoel-bezoekenden buurman! Want de offerte was vrijblijvend, zooals men dat in den handel noemt. En de president van een onzer aanzienlijkste Jcodsche gemeenten, óók al niet wat men een „tefilienschreiber”3) noemt, verklaarde pathetisch in een kerkeraadszitting; Wij geven niets van onze erfenis prijs! Hetgeen inderdaad wettelijk niet geoorloofd is wanneer men een erfenis onder benefice van inventaris

heeft aanvaard...... Het was waarlijk niet ten onrechte, toen wij in

het vorige hoofdstuk van deze schriftuur zeiden dat wij het meest paradoxale volk ter wereld zijn.

Zoo had, gelijk men ziet, de strijd tegen de Joodsche Vrijzinnigheid in Nederland veel van a comedy of errors. Maar helaas was hij ook the error of a comedy. Want van den heiligen ernst der problemen waarom het ging, had men geen flauw benul. En ook terwille van de hongerenden en dorstenden die men met steenen voor brood, of met een kluitje in het riet, afscheepte, nog meenend een Gode-gevallig werk te hebben gedaan. Het is jammer dat „wereldvreemdheid” zoo’n hinderlijk Germanisme is, want ik weet

34

1

   tallith - „gebedsmantel”; posoel - door een defect niet voor ritueel gebruik geschikt.

2

   ,,parnassijns” - kerkbestuurders. 3) hyperbolische uitdrukking voor ultra-orthodoxe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.