lijken term, want het gaat hier veelzins minder om de leer dan om de praktijk. Vele wegen leiden naar Rome, maar er voeren zeker niet minder overwegingen en vooral gevoelscomplexen, naar de ritueele praktijk van het Jodendom en het in eer© houden zijner tradities. Strakke leerstelligheid speelt hier een aanmerkelijk kleinere rol dan bijv. bij de Protestantsche orthodoxie, waarin dogmen en hun interpretatie der criteria der rechtzinnigheid vormen. Ook zijn de grenzen veel ruimer getrokken; van allerstrengste observantie van ólle voorschriften van den godsdienstcodex tot een vrijmoedige bloemlezing naar eigen smaak en keuze. De volle 100 pCt. haalt slechts een geringe fractie en om het gemeenschappelijke in deze heterogeniteit te onderkennen, is het noodig met een grootsten gemeenen deeler of... een kleinste gemeene veelvoud te werken. En tusschen de labielen aan de Peripherie, die voor een deel moeten worden afgeschreven en deze bont-verscheidene kern van het in elk geval voor afval vuurvaste centrum, beweegt zich dan de kleurlooze middenstof, die voor Joodsch-religieuze waarden behouden kan worden — of teruggewonnen en tot positiviteit heropgevoed. Hetgeen de voornaamste en meest-verantwoordelijke taak onzer kleine rest mag heeten, gezamenlijk met haar op Palestina geprojecteerden arbeid.
In het voorafgaande hoofdstuk spraken wij over de Joden die behoefte hebben aan en ontvankelijkheid voor religieuzen levensinhoud en wij gaven een korte schets hoe, naar onze meening, een brug naar die behoefte en ontvankelijkheid kan worden gebouwd. Maar Jodendom is niet te herleiden tot alleen meta-physische bespiegeling en een daaraan ontleende sociale ethiek. Zeker, dat is het óók; zonder zijn metaphysisch-ethisch beginsel is het een leege schaal. Doch Jodendom is nooit: „geloof” alleen of religieuze ethica alleen — een precieus sieraad voor de pronkkamer van ziel en geest. Jodendom is activiteit: levensvorm, levensstijl, gekristalliseerd uit 4000 jaar historie, in een zinrijke symboliek die uitdrukking geeft aan onze gebondenheid in het Joodsche verleden, het Joodsche heden en de Joodsche toekomst, aan het besef van ons geschakeld zijn in de keten der Joodsche generaties, hun lijden en hun hoop. Het is de levensvorm die zoowel gestalte geeft aan de metaphysica van het Jodendom als van zijn historisch sentiment en lotgeval, zijn nationaal en boven-natio-naal ideaal en zijn onvernietigbaren levenswil: de levensstijl die wijding en warmte schenkt in den tredmolen der alledaagschheid en bindt in den bundel des levens van het Joodsche volk en zijn geestelijk erfgoed.
Voor wat men de Joodsche orthodoxie pleegt te noemen is deze levensvorm een heteronome imperatief, die geen discussie toelaat. Maar, en daarop komen wij terug, dit sluit voor den vrijzinnigen
30