Een rest keert weer ....

Titel
Een rest keert weer ....

Jaar
1946

Overig
Aspecten van na-oorlogsch jodendom

Pagina's
90



men Goden noemt en de Heer aller Heeren: de Godheid, groot, machtig en ontzaglijk, die geen omkooping aanneemt en geen aanzien des persoons kent. Die wees en weduwe recht verschaft en den vreemdeling liefheeft, hem voedsel gevend en kleeding...” En Ex. XXXIV: 6-7, zooeven reeds geciteerd, geeft de openbaring van Gods „eigenschappen van Liefde en Gerechtigheid” in hun onverbrekelijke samenhang: „De Heer, de Heer — een mêedoogend en genadig God, geduldig en groot in Liefde en trouw; Hij bewaart de Liefde aan de duizenden, vergeeft misslag en overtreding en zonde, doch ongestraft laten doet Hij niet...” Voor wie dóórdenkt: omdat kwaad dulden, verraad aan de Liefde is. Als de jaren die achter ons liggen, ons iets hebben geleerd is het wel dit schijnbaar harde realisme. Doch alleen schijnbaar hard, want het is de bescherming der weerloozen en geeft de Liefde haar kans.

In een unieke conceptie heeft het Rabbijnsche Jodendom deze ontmoeting van liefde en recht gesymboliseerd: de wereld wordt in evenwicht gehouden door de „Middath Haddien” en de „Middath ha-rachamien”: door Goddelijk Recht en door Goddelijke Liefde.

* *

....De bescherming der zwakken. Hier komen we op het terrein van het sociaal-ethisch aspect des Jodendoms. In de gedachte van den mensch als Gods evenbeeld, ligt de gelijkwaardigheid van elk menschenieven verankerd; „de metaphysica der democratie”. Als realiteit uitgedragen in de sociale en ethische wetgeving van den Pentateuch, zonder gelijkenis waar dan ook in de oudheid, in haar deernis met en bescherming van de zwakken en — natuurlijk niet in concreto uitvoerbaar in onze gecompliceerde moderne maatschappij, maar dan toch alleszins in haar uitgangspunten — sterk anti-kapitalistisch geconcipiëerd als ze zijn! De Psalmen schilderen God telkenmale als de beschermer der zwakken, der weerloozen en onterfden en hun schreeuw om récht klinkt nog luider in de stem der profeten. „Gods onruststokers” en het geweten der menschheid, brandend van honger en dorst naar gerechtigheid.

Het is hun stem en die der Thora, welke helder naklinkt in alles wat de wereld in den loop der eeuwen rijker is geworden aan mededoogen en sociaal besef. Herman Cohen, de groote Duitsch-Joodsche philosoof, heeft eens terecht gezegd, dat de wereldhistorische beteekenis van het Jodendom hièrin gelegen is, dat „het den naaste heeft ontdekt.” Bij deze uitspraak aanknoopend, zou men mogen betoogen, dat het van den naaste uitgaande, ook den vreemdeling ontdekt heeft, een „ontdekking” die zich als een obstinaat motief door de Thora slingert — in een tijd, dat de vreemdeling in het gunstige geval goed genoeg was voor slaaf, zoo hij niet zonder pardon werd uitgeroeid. „Gij zult den vreemdeling lief-

23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.