Een rest keert weer ....

Titel
Een rest keert weer ....

Jaar
1946

Overig
Aspecten van na-oorlogsch jodendom

Pagina's
90



deugd dat, tusschen verwoesting en doodsschaduw, in deze oude woonstêe der Thora, de Roeach Hakodesj.Zijn eerezetel heeft behouden......

En nauwelijks enkele honderden meters verder is er een nieuwe vleug van blijdschap. Hoog boven ontreddering en puin uit, verheft zich, weidsch en statig.... de „Snooge”.2) De pelgrim gaat onder het poortje door en betreedt een paradijs van rust langs de via dolorosa van schennis die zijn moede voeten zijn gegaan. De „Portugeesche plaats”, zooals de voorhof vroeger in goed Joodsch-Amsterdamsch placht te heeten, met zijn vriendelijke, lage huisjes aan drie zijden, met blinkende, groen-geschilderde deuren en de kleine vensters in helder-geverfde, evenwicht-fraaie kruiskozijnen, ligt daar als een droomend pleintje in een stille oud-Hollandsche stad. En aan de vierde zijde prijkt de Snooge in ongeschonden pracht. Ook van binnen, zooals een later bezoek leeren zal: aan den adel van dit afzonderlijke Héchal en Theba,3) aan de mystieke, onuitsprekelijk-plechtige sfeer die huist onder deze hooge gewelven waar Rembrandts clair-obscuur tot leven schijnt ontwaakt, als in den aanschemerenden avond de gouden tintellichtjes der kaarsen ontvlammen, is geen haar gekrenkt. Maar het is, hoe puur van schoonheid ook, stoffelijk hulsel: als ge een Sjabbath morgen-dienst bijwoont met amper dubbel minjan en Tedesken met mitswoth4) vereerd, bekruipt ook hier u de rilling van: Choerban. Wat niet te kort doet aan de dankbaarheid dat dit monument van voorbije glorie, maar van vrome pracht en een groote periode uit de geschiedenis van het Galoeth, behouden mocht blijven.

Ik wilde, gelijk ik zei, in de omlijsting van dit beeld van het Joodsche Amsterdam, niemand in het bijzonder gedenken, maar op deze plaats dringen hart en herinnering mij tot een uitzondering. Voor mijn goeden vriend Jacob van David Blanes, In leven Chazan 5) bij de Port. Isr. Gemeente van Amsterdam, een der tienduizenden die gebleven zijn achter de Bergen der Duisternis. Om zijn mensche-lijke eigenschappen mij dierbaar, wil ik hem hier herdenken als Sjeliach Tsibboer, wellicht nog preciezer, als Baal Tefilla, zooals ik nauwelijks een andere gekend heb. Geen „concert-gazzen” die met falset-kunstjes en torenhooge c’s een profa-neerend en smaakbedorven publiek in extaze brengt, dat zich in de opera even voldaan zou hebben gevoeld. Maar een man wien

O Geest der Heiligheid. 2) „Esnoga”, Portugeesch voor Synagoge: het bedehuis der in de 16e eeuw aan de vervolgingen ontkomen Iberische Joden in Amsterdam. 3) Héchal: het schrijn waarin de heilige wetsrollen worden bewaard ; Theba: het podium vanwaar de voorlezing der Wet plaats heeft. 4) Minjan: het voor een Joodsche godsdienstoefening vereischte minimumaantal van tien mannen; „Tedesken’’, de Spaansche, bij de Portugeesche Joden nog gebruikelijke benaming voor hun uit Duitschland en Polen afkomstige broeders; mitswoth: ceremoniëcle ccrefuncties. 5) Voorlezer, voorzanger. 6) Sjeliach Tsibboer, „Afgezant der gemeente; Baal Tefilla, vertolker van het gebed.

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.